vrijdag 8 januari 2010

Game Over. Try Again.

In tegenstelling tot het Duracell konijn, ben ik niet blijven doorgaan… Alhoewel, in bepaalde opzichten dan weer wel, maar dat is voor later. Eerst is het mijn plicht het verhaal af te maken, waar ik zo enthousiast aan begonnen was. Ja, ik besef dat ik plots meer dan drie maand heb stilgelegen en daar wil ik mij voor verontschuldigen. Hieronder zal ik de verklaring geven voor mijn plotse stilte, maar eerst ga ik voort waar ik gestopt was:

Na Veracruz bracht de reis ons naar Puebla, een wondermooie stad die terecht op de werelderfgoedlijst van de UNESCO staat en zeker een aanrader is voor iedereen die van prachtige architectuur houdt. Daar kwam ik terecht bij een alweer fantastische familie met twee coole dochters, Lorena en Ana Fernanda, waar ik het onmiddellijk goed mee kon vinden. Mijn roommate was Paul, de Dance Captain en dat klikte uiteraard voordien al zeer goed, maar die week gaf ons echt tijd om ook eens rustig te kunnen praten in plaats van enkel samen te repeteren.

Nu, het belangrijkste voor mij tijdens die week was mijn Intern Project, mijn “afstudeerproject” als Music Intern. Ik en mijn mede-Production-Interns, zijnde Leslie (Dance Intern) en Sarah (Show Intern), hadden hier weken naartoe geleefd en waren er echt klaar voor om de cast en staff een supershow voor te schotelen. De extra stress was dat we die week bezoek hadden van Choreograaf Ken en Musical Director Michael, wat Leslie en mij toch nog nét iets meer het gevoel gaf dat dit zeer goed moest zijn. Wel, het was ook zo. Al zeg ik het zelf. We kregen een staande ovatie, iedereen was dolenthousiast, cast zowel als staff. En onze groep had echt een geweldig optreden gegeven, waarvoor ik hen eeuwig dankbaar zal zijn.

Maar. En dit is niet zomaar een maar. Na deze grote overwinning, die toch wel één van de grootste is uit mijn tot nu toe nog redelijk korte leventje (de Musical Director kwam me persoonlijk proficiat wensen met wat ik bereikt had en me zeggen dat hij vond dat ik talent had) kwam de grote ommekeer. Ze zeggen altijd: hoe hoger je gaat, hoe lager je kan vallen. En dat is dan ook exact wat ik deed… In al ons enthousiasme begonnen Leslie, Sarah en ik roepend, joelend en klappend op en neer te springen terwijl we onze groep tegemoet liepen. Wij hadden de hele tijd achteraan gezeten om de reactie van het publiek te kunnen zien en begaven ons nu dolenthousiast naar het podium, over de lange rij trappen…

Zoals de meeste weten, is enthousiasme bij mij meestal een understatement. In mijn geval is dat meestal nog nét iets meer dan een doorsnee persoon en toen was ik echt door het dolle heen. Maar aan mijn vreugd kwam zeer snel een einde, toen ik om een of andere reden de laatste trap miste, mijn voet omsloeg en er met mijn hele gewicht op terecht kwam, zodat ik een, in slow motion waarschijnlijk zeer vermakelijke en spectaculaire, val maakte. Emilie heeft nadien in elk geval nog zeker een half uur de slappe lach gehad, omdat volgens haar standpunt van op het podium zij mij dartel zag komen aanhuppelen en dan plots met een filmisch “Noooooo…”-gezicht zag verdwijnen in het niets. Achja. Het moet in mijn geval ook allemaal net iets dramatischer.

Hoe dan ook, daar lag ik dan. Een oorverdovende pijnscheut ( ) ging door mijn lichaam. Maar ik stond op, glimlachte, hinkte het podium op met mijn lieftallige collega’s en boog voor het meer dan vriendelijke publiek dat ons bleef toejuichen. Nadat het applaus was uitgestorven, sleepte ik mezelf van de scene en viel backstage neer van de pijn. Leslie, die verpleegster is in het dagelijkse leven, kwam naar me toegelopen, knielde neer en had onmiddellijk door dat dit niet “zomaar” een boboke was. Paul werd er bijgehaald en Timothy, die studeert voor dokter en er werd besloten er een man met een witte jas bij te halen. Puur informatief, we waren ongeveer twee uur verwijderd van de show, want jawel het was weer tijd voor een geweldige Show Day. Of zoiets.

Ik werd onderzocht en de dokter zei dat ik gewoon een verstuikte enkel had of misschien iets aan mijn ligament, maar dat het niet zo ernstig was. Er werd zalf op gedaan tegen de zwelling, ik kreeg een verband rond mijn enkel en tot slot kreeg ik een paar pijnstillers toegestopt. Hoewel het nu leek dat alles was opgelost, werd er bijna iets belangrijks over het hoofd gezien: de show. Ik kon onmogelijk het podium op, aangezien ik niet op mijn voet kon steunen. En me in mijn rolstoel op scene rijden had nu misschien net iets teveel geleken alsof we op het gevoel van het publiek wilden inspelen. Er werd dus beslist dat ik die avond niet zou meedoen, maar vanuit de zaal zou kijken. Het Production Team begon aan de interessante nieuwe uitdaging om mij in alle nummers te vervangen en het was zeer fascinerend te zien hoe ze daar op zo’n korte tijd in zijn geslaagd. Bepaalde nummers zoals de Love Medley werden zelfs helemaal omgebouwd tot een puur gezongen stuk, aangezien ze niet opeens een jongen konden aanleren het geheel te zingen en dansen tegelijkertijd.

Hoe het ook zij, het kwam er dus op neer dat ik in de zaal zat te kijken naar mijn ongelooflijke cast, die een prachtprestatie leverden. Ik moet wel zeggen dat het een zeer vreemd gevoel was om daar te zitten. Hoewel ik er enerzijds van genoot, was er anderzijds ook een zeer grote frustratie daar zelf niet te staan. Maar dat had echt niet gelukt. Ik sukkelde namelijk nadien nog een dag met mijn host family toen we een mooi klein stadje gingen bezoeken. Dat stadje had een piramide waarop, na de overname van de Spanjaarden, door diezelfde cultuurbarbaren, een kerk was op gebouwd. Koppig als ik was, besloot ik de hele piramide te beklimmen met mijn krukken, die ik tegen dan had gekregen.

In diezelfde toestand maakte ik ook de overgang naar mijn nieuwe familie in México City en ik had medelijden met hen dat zij een semi-gehandicapt jongetje in handen moeten nemen. Voor mensen die weten dat ik een zeer groot probleem heb met het verlies van controle over dingen en het afhankelijkheid zijn van mensen, was dit voor mij emotioneel een ramp. Verder, was het ook gewoon fysiek onhandelbaar. En hoewel mij werd gezegd dat ik geduld moest hebben (nog zo één van mijn slechte eigenschappen) en dat de pijn wel zou wegtrekken, besloot ik naar het ziekenhuis te stappen.

Daar kreeg ik, na vijf dagen te hebben afgezien, te horen dat ik de basis van mijn vijfde metatarsaal had gebroken. Op dat moment had ik totaal geen besef wat dat betekende, maar ik kan je zeggen dat ik wel doorhad dat dat geen goed nieuws was. Mijn voet was dus gebroken en de dokter was heel erg verbaasd te horen dat ik daar nog vijf dagen mee had kunnen rondlopen. Aangezien ik niet wou overkomen als de kleinzerige jongen en ik ben opgevoed niet te zagen over het kleinste pijntje, had ik maar flink op mijn tanden gebeten. Hmm. Misschien had ik dat beter niet gedaan. Achja.

Ik kreeg dus te horen dat ik een gebroken voet had en daarmee vier tot acht weken in het gips moest. Ik denk dat dat het meest afschuwelijke nieuws was dat ik ooit heb gekregen. Ik zou kunnen zeggen dat ik triest was of boos of verward of teleurgesteld of gefrustreerd. Wel, ik denk dat ik dat allemaal tegelijk was. En nog veel meer. Op de koop toe werd ik ongeveer gegijzeld in het ziekenhuis. Ik kreeg namelijk geen factuur mee, maar moest daar onmiddellijk betalen. Ik probeerde hen duidelijk te maken dat ik geen 2000 peso’s bij me had, wat ze ergens nog wel konden begrijpen. Maar als ik dan mijn Visa bovenhaalde en wou betalen, bleek hun betaalautomaat niet te werken. Met andere woorden, ik kon dus niet betalen.

Toch, wilden ze me niet laten gaan. Ik vroeg hen me de overschrijving mee te geven en zei hen dat ik dat thuis wel zou betalen, maar ze geloofden me niet en zeiden dat ik dan gewoon ging weglopen zonder te betalen. Hen verzekeren dat ik dat niet zou doen, dat ik een betrouwbare jongen was, hielp niet. Dus, stelde één van de personeelsleden voor met mij naar een bank te rijden, zodat ik geld kon afhalen. Maar het is niet mogelijk om 2000 peso’s in af te halen, aangezien er limiet op mijn bankrekening staat. Daarenboven vond ik het gewoon al vreemd en ergens gevaarlijk dat er iemand met mij naar een bank zou rijden en dat ik hen dan wel zou moeten vertrouwen om samen geld te gaan afhalen. Dus, dat idee werd afgekeurd.

Het kwam er dus op neer dat we vastzaten. Ik kon niet betalen omdat hun automaat niet werkte en zij lieten me niet gaan voordat ik betaalde. Er stond ook echt een security agent voor de deur die ervoor moest zorgen dat ik niet plots zou weglopen. Blijkbaar waren ze even het kleine detail vergeten dat mijn voet op dat moment net in de gips zat, maar goed.

Er werd een manager bijgehaald. Die manager kon geen Engels. Even terzijde, zo kon ook geen enkele, maar dan ook geen enkele van al de andere mensen die mij “geholpen” hadden. Ik stond daar dus, ondertussen al meer dan twee uur, een discussie te voeren in het Spaans… terwijl ik geen Spaans spreek! De manager dreigde de politie te bellen. Ik… was laaiend enthousiast! En zei haar dat de politie zeer blij zou zijn te horen dat ik daar gegijzeld werd. Vraag me niet hoe ik dat verwoord heb met mijn zelf-aangeleerd-namaak-Spaans, maar het moest duidelijk zijn, want aan haar gezicht te zien, besefte ze dat zij hier in de fout was. Ik wou betalen. Zij hadden gewoon de middelen niet.

Er werd een tweede manager bijgehaald. Tot mijn grote verrassing, kon deze ook geen enkel woord Engels. En raar maar waar, zelfs de derde sloeg er niet in ook maar één samenhangende zin te produceren. Ondertussen, na vijf weken México, verstond ik wel genoeg Spaans om te weten wat ze tegen elkaar zeiden en dat speelde in mijn voordeel. Hoe leuk het is om te reageren op wat mensen over jou zeggen in een andere taal, terwijl zij denken dat je hen niet verstaat! Daar zat ik dus. In een klein, afgesloten lokaaltje waar ze mij speciaal hadden binnengeloodst omdat ik mijn stem was beginnen verheffen in de lobby (wat wil je, na ondertussen al meer dan vier uur behandeld te worden als één of andere crimineel), zodat ze mij daar rustig konden duidelijk maken dat ik moest betalen of ze lieten me niet gaan.

Dan, plots, was hij daar. De redder in nood. Een toevallige passant in dit verhaal, doch op dat moment werd hij getransformeerd tot een held in een semi-episch verhaal. Eén of andere technicus, die één of ander defect toestel was komen repareren, werd het lokaaltje binnengeleid. Jawel, daar was hij dan: De Man Die Engels Kon Spreken! Halleluja! Er werd eindelijk een dialoog gevoerd. Je weet wel, zo eentje waarbij de ene persoon iets zegt en de andere daar op reageert. Maar het interessante aan deze conversatie was, dat de andere nu wist wat de ene zei en daardoor dan ook een relevant antwoord kon geven. De wondere wereld van taal. Daarom heb ik mij dan vier jaar door Taalkunde aan de universiteit gesleurd, denk ik dan.

Het duurde tien minuten. De man leidde me naar het eerste verdiep van het ziekenhuis. We stapten samen de onafhankelijke apotheker binnen, die in hetzelfde gebouw als het ziekenhuis was gevestigd. Ik stak mijn kaart in hun betaalautomaat en betaalde het gevraagde bedrag, dat zij op hun beurt zouden doorstorten aan het ziekenhuis. En na bijna vijf uur verliet ik het ziekenhuis, met waarschijnlijk de meest interessante culture shock ooit en, geef toe, een fantastisch verhaal voor achteraf.

In elk geval, gebeurde nadien alles zeer snel. Voor ik het wist, werd ik gerepatrieerd door EuropAssitance en na een vlucht in business class (wat zeker niet onaangenaam was) met Air France en een taxi vanuit Parijs, kwam ik een dag later thuis aan.

En dat, is waar ik tot woensdag heb gezeten. Eerst zei men mij vier weken gips, dan werden het zes, plots waren het er acht. De hoop die er eerst nog was om te kunnen terugkeren naar mijn cast en hen te vervoegen in Polen of Duitsland, werd de grond ingeboord. Ik bleef thuis. Mijn avontuur zat er op. Game Over.

De periode thuis was heel verwarrend, van het begin tot het einde. Ik denk dat het enige toepasbare woord liminaliteit is. Dagenlang, wekenlang, maandenlang werd ik door al mijn eigen slechte eigenschappen, die me nu als een soort van horde demonen kwamen teisteren, achtervolgd: geen controle hebben, afhankelijk zijn en geduld. Ik ging er kapot aan. De eerste twee weken heb ik gewoon… gelegen. Van ’s ochtends tot ’s avonds. In combinatie met mijn jetlag leek dat alsof ik altijd en tegelijkertijd nooit aan het slapen was. Maar, mijn bed was alomtegenwoordig. Ik ga het niet mooier doen lijken dan het is, vraag maar aan mijn gezin. Het begon stilaan op een depressie te lijken. Ik zag het nut er niet meer van in nog uit mijn bed te komen. Ik was bijna constant moe en kon tegelijkertijd toch niet slapen. Ik had geen honger, maar toch had ik de neiging me vol te proppen met alles wat ik tegenkwam. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik zoiets meemaakte en daar zou ik liever niet nog eens in terecht komen.

Uiteindelijk, heb ik me uit mijn eigen vijver van zelfmedelijden gesleurd door mezelf een doel te geven: ik ga mijn thesis afmaken en een job vinden. En tegen dat mijn kinesitherapie erop zit, kan ik dan eindelijk aan mijn leven beginnen. Ook al heb ik mijn UWP programma niet kunnen afmaken. Ik heb al meerdere keren gelezen en gehoord dat alles gebeurt om een reden. Dus, ik keek er naar uit te ontdekken waar deze situatie heen zou leiden…

Dus, ik begon naarstig te werken en te zoeken. Dat leidde trouwens ook tot de ontdekking van wederom een interessant aspect van ons bureaucratisch ontwikkeld landje. De RVA en de VDAB zijn mijn beste vrienden. Ik kan iedereen aanraden om op een moment van verveling eens te gaan opzoeken hoeveel formulieren je bij de RVA zou kunnen invullen, moest je daar zin in hebben Wauw. Ik was onder de indruk. Echt, geen idee wie dit heeft gecreëerd, maar proficiat. Ofzo.

In elk geval, alles leek goed te gaan. Mijn leven kreeg weer een zekere regelmaat. Totdat hij verscheen… Neen niet diezelfde technicus vanuit dat Mexicaans ziekenhuis, ik probeer ergens nog een beetje realiteit te behouden. Eric, de Producer van Up With People contacteert mij. Ik vond het wel heel sympathiek dat zo’n drukbezette man de tijd nam om me even te zeggen dat het spijtig was wat er gebeurd was. Maar dat was niet de reden van zijn toenadering. Hij vroeg mij of ik wou terugkomen voor een nieuw semester. “Jij bent een goede jongen, je hebt de juiste instelling, je bent heel getalenteerd, ik vind het zo jammer voor je dat je de kans niet hebt gehad je programma te kunnen afmaken, wat zou je zeggen van een nieuwe kans?” Try again.

En jawel, na veel nadenken heb ik besloten om op zijn voorstel in te gaan. En nu. Nu zit ik al in Denver. Mijn tweede semester is reeds begonnen. Ik kan het zelf met moeite geloven, maar ik ben hier en ik heb er zin in. Een nieuwe start, een nieuwe kans, een nieuwe reis, (een nieuw kapsel), een nieuwe levensveranderende ervaring. Ik kijk er zo naar uit! En ik ben er helemaal klaar voor!

Hopelijk zijn jullie dat ook…

1 opmerking:

  1. Oh ik wens je echt het allerbeste toe! Je verdient het! Geniet ervan!!


    Ama

    BeantwoordenVerwijderen