donderdag 17 september 2009

¡Viva México!

Maandag kwam ik, na een 24 uur durende Travel Day (bus van Lake Havasu naar Phoenix, vliegtuig van Phoenix naar Mexico City, bus van Mexico City naar Léon), eindelijk aan in het zonnige Mexico! ¡Olé!

Ondertussen verblijf ik hier al meer dan twee weken en het is fantastisch om eindelijk die droom in vervulling te zien gaan. Ik kan me ook niet meer inbeelden dat ik dit land ooit op m’n eentje wou bezoeken, wat zou betekend hebben dat ik een zoveelste toerist in een hotel geweest zou zijn. Na twee fantastische ervaringen in twee al even fantastische host families in León en Querétaro, ben ik nu in Veracruz in een paleis beland met, jawel, een internetverbinding! Het is de eerste keer dat ik toegang heb tot mijn blog, dus er is wat inhaalwerk. Laat ik het daarom weer chronologisch aanpakken.

We kwamen na een nachtelijke busreis rond 6.00 am aan in León en iedereen was doodmoe. Wat ons te wachten stond was een leeg auditorium, bekleedt met vast tapijt en een hele hoop linnen stoelovertrekken. Het duurde dan ook slecht vijf minuten voor iedereen zijn eigen plaatsje had gevonden, op de grond, onder een stoelovertrek en het auditorium er plots uitzag als een grote, eerder ongeordende, slaapzaal. Zoals ik in een vorig blogbericht reeds had gezegd: het concept is “slapen”. Waar of hoe maakt niets meer uit.

We begonnen onze eerste dag in México, na de hierboven vernoemde korte siësta en een snelle douche, rond 11.00 am met een optreden dat werd opgevoerd door studenten van de universiteit waar we een hele week zouden verblijven. We kregen ook een drietal speeches van directeurs en sponsors, gevolgd door een heerlijke Mexicaanse maaltijd, met muzikale begeleiding van een plaatselijke Mariachi groep. Na de maaltijd barstte het feest los en al snel stond iedereen lachend te dansen met de plaatselijke jongeren die heel enthousiast waren ons op bezoek te hebben.

Terwijl dit alles gebeurde, vind ik het ook belangrijk te vermelden dat we de hele tijd door werden gefilmd en gefotografeerd. Overal waar we ondertussen zijn geweest worden we overstelpt door paparazzi. Een heel vreemd gevoel is dat. We staan iedere dag in de krant en dan niet met een klein artikeltje, maar soms zelfs tot twee of drie pagina’s vol foto’s en interviews. Up With People heet in México namelijk Viva la Gente en dat is hier veel bekender. Het lijkt bijna alsof we een of andere rockgroep zijn die dan ook, zoals het hoort, onthaald wordt door een menigte schreeuwende enthousiaste fans en bijhorende fotografen en journalisten.

We kregen die eerste dag ook een blad met enkele basiszinnetjes Spaans, maar ze verzekerden ons dat het merendeel van de host families wel een mondje Engels sprak. Ik ben fier Nederlands, Frans, Engels en wat Duits en Italiaans te beheersen en keek er naar uit om hier hopelijk wat Spaans te kunnen leren. Ik zou zeer snel ervaren dat het niet echt een keuze was of ik Spaans wou leren… Toen mijn familie me kwam oppikken was ik heel trots dat ik op een half uur tijd had kunnen leren zeggen: “¡Hola! Mi nombre es Pedro y soy de Bélgica. Tengo 22 años. ¿Habla Inglés?” Wat zoveel betekent als: “Hallo, mijn naam is Pieter en ik kom uit België. Ik ben 22 jaar oud. Spreekt u Engels?” Mijn hart stopte heel even toen ik luid, duidelijk en zonder enige ironie hoorde: “No.”

Wat alles nog interessanter maakte is dat ik voor de eerste keer alleen in een familie terecht kwam. Hoezee! De eerste avond was meer dan ongemakkelijk. Ik kwam aan in een klein, gezellig huisje en maakte kennis met mijn nieuwe familie die uit Antonio en Leti bestond, met hun twee kinderen Michel, 11 jaar oud, en Carolina, 8 jaar oud. Michels bed werd mijn bed en hij sliep een hele week naast mij op de grond. In het begin was het heel frustrerend dat ik niets kon vragen of antwoorden of wat dan ook. Maar het dwong me om me zo snel mogelijk de taal machtig te maken. Ondertussen voerden we conversaties met handen, voeten en tekeningen en dat leverde best wel grappige situaties op. Zo probeerde ik bijvoorbeeld iets te zeggen en gebruikte ik in de zin “…, maar…” wat “pero” is in het Spaans. Maar blijkbaar was mijn uitspraak nog niet helemaal hoe het moest zijn, want voor ik het wist zaten we midden in een conversatie over honden, wat vertaald wordt als “perro”…

Hoe dan ook, ondanks het feit dat we met een primair communicatieprobleem zaten, had ik een geweldige week! Het waren zo’n vriendelijke mensen en ze gaven me de perfecte inleiding tot het concept “Mexicaans leven”. Ik moet wel toegeven dat ik heel blij was toen mijn host vaders collega op bezoek kwam en die zijn zoon van 16 jaar oud had meegebracht. Deze jongen, Eduardo genaamd, sprak namelijk Spaans (uiteraard) en ook wat Engels. En man, was dat een opluchting! We hebben elkaar die week drie keer gezien en hadden de ideale combinatie gevonden: Ik hielp hem met zijn Engels en hij hielp mij met mijn Spaans. Dankzij hem had ik toch een zekere notie van de grammatica en dat heeft me al heel wat geholpen. Hij werd, samen met zijn hele familie, een goede vriend en ik ben hem eeuwig dankbaar.

Hoewel ik hier nu alles lekker vrolijk vertel, wil ik er toch even op wijzen dat dit een heel vermoeiende en frustrerende week voor me was. Het feit dat ik Eduardo vernoem, is ook echt om dat hij op dat moment mijn redder in nood was. Je kan je niet inbeelden hoe het is om vast te zitten in een huis met vier mensen, waarmee je gewoon niet kan praten. En het meest frustrerende is dat je die frustraties dan zelf niet kan uitdrukken! Maar, ik ben heel blij dat het zo is verlopen en het is voor mij weer het bewijs dat dit de beste leermethode is. Want, nu, louter twee weken later, spreek ik Spaans. Uiteraard niet vloeiend en waarschijnlijk vol afschuwelijke grammaticale fouten, maar ik kan mezelf redden en daar ben ik meer dan tevreden mee!

Het afscheid van Leti in León was zwaar. Hoewel we niet veel hadden kunnen spreken, hadden we een heel sterke gevoelensband opgebouwd. Ze is zo’n sterke en lieve vrouw en gaf me echt het gevoel dat “su casa” (haar huis) “mi casa” (mijn huis) was. De ochtend van het vertrek vond ik het vreemd te zien dat ze plots een zonnebril droeg, hoewel er eigenlijk niet echt zon was. Maar toen ze me na een lange omhelzing losliet en ik de tranen van onder haar zonnebril zag rollen, begreep ik waarom en kreeg ook ik het heel moeilijk. Veel tijd voor gemis was er echter niet, want in Querétaro aangekomen werd ik in een nieuwe al even warme familie opgenomen. Dat is tot nu toe trouwens een rode draad: México is een land met voornamelijk warme, lieve mensen. Iedereen die ik tot nu toe ben tegengekomen was ongelooflijk vriendelijk.

Mijn nieuwe familie bestond uit Gloria en zonen Ricardo (19 jaar oud) en Axel (18). Beide jongens spraken een beetje Engels, tot mijn grote vreugd, maar toch voerden we het grootste deel van de conversaties in het Spaans. Ik had een heel leuke week en het was een interessant verschil qua leeftijd in vergelijking met mijn “hermanos” (broers en zussen) van de voorbije week. Met Michel en Carolina was het eerder “Pedro, de grote broer”, maar er was niet zoveel mogelijkheid om dingen te doen. Met Ricardo en Axel daarentegen, kon ik conversaties voeren over verschillende onderwerpen, tot soms laat in de nacht, waar ik heel erg van genoot.

In beide families maakte ik ook kennis met de grootouders. Familie is hier het belangrijkst. Iedereen kent iedereen, iedereen zorgt voor iedereen, iedereen houdt van iedereen. En de familie is overal. Te pas en te onpas komen ze het huis binnengewandeld en ik kan me blijven afvragen wie ik nu allemaal ontmoet heb. Een tante, een broer, een nichtje, een oma, een beste vriend, een leerkracht, een collega, een weetikveelwat, in elk geval heel veel mensen. En zoals ik al zei, was iedereen even vriendelijk en warm.

Een andere erg interessante bemerking dat ik hier maakte, is het weggebruik. Ik ervaar het namelijk als volgend: In ons land rijden we rechts van de baan, in het Verenigd Koninkrijk links en in México simpelweg in het midden. In het algemeen zijn verkeersregels niet echt “regels”, maar eerder “suggesties”. Je kan ze volgen, maar dat hoeft niet echt en daarom doet het merendeel van de bevolking dat dan ook maar niet. Richtingaanwijzers zijn bijvoorbeeld een totaal overbodig accessoire aan een wagen en de bestuurders steken liever hun arm uit het raam om, net als een fietser, aan te duiden dat ze gaan afslaan. Het is ook verrassend dat, in tegenstelling tot de meeste landen, de regel hier blijkt te zijn dat auto’s voorrang hebben op voetgangers. Sommige onder jullie weten dat ik vaak zeg “Ach, Brussel is een oerwoud”, maar oh help, ik kan geen gepast woord vinden voor México…

Verder maakt het eten natuurlijk een zeer groot deel van de Mexicaanse cultuur uit. Ik eet hier de meest vreemde dingen en zeg nooit dat ik het niet wil proberen. En tot nog toe is er me nog niets slecht bevallen. Er is wel iets in me dat zegt dat ik nu wel genoeg maïs, bonen en chili heb binnengekregen… Ach ja. Chili is ook terug te vinden in eender welk gerecht. Ze hebben hier tientallen verschillende soorten, in alle mogelijke kleuren en ieder met zijn eigen graad van pikantheid. Ik heb ook al geleerd dat ik telkens moet vragen naar de versie zonder chili of diegene die het minst pikant is, want zelfs dat brengt tranen in mijn ogen. Ik snap echt niet hoe ze het doen.

Hoe dan ook, ondertussen bevind ik me, zoals gezegd, in Veracruz. Het is een zeer mooie stad aan de Golf van México en dat merk je aan het klimaat. Lake Havasu in de Verenigde Staten vergeleek ik met een sauna (dat was het echt, ik herinner het me levendig). Veracruz daarentegen is een hammam. Dit is blijkbaar een van de meest vochtige plaatsen over de hele wereld. Interessant, denkt u? Misschien, maar vooral degoutant. Je lijkt de hele dag te zweten, of je nu beweegt of niet. Je staat gewoon met iemand te praten en je ziet van dichtbij hoe het zweet op iemands voorhoofd begint te parelen, zomaar, uit het niets, omdat het hier zo nu eenmaal gaat.

Mijn familie bestaat uit Gonzalo en Martha, met kinderen Ricardo (21 jaar oud en inderdaad weer een Ricardo), Yolanda (17 jaar oud) en Martha (15 jaar oud en jawel bewust dezelfde naam als haar moeder). Zoals ik al zei is het de eerste keer dat ik in een mooi en groot huis terecht kom. In León en Querétaro kreeg ik duidelijk te zien dat México geen rijk land is. Ik had meerdere interessante discussies met mijn beide hostfamilies en dat gaf me echt een duidelijk beeld over de economische situatie. Deze familie is een uitzondering op dat vlak, maar het verandert niet veel aan de ervaring. Buiten het feit dan dat ik nu internet heb en hierdoor dus eindelijk dit bericht kon posten.

Ik vind het eigenlijk toevallig ook zeer toepasselijk dat ik net nu een bericht post. Het is vandaag namelijk de Onafhankelijkheidsdag van México en de titel van dit blogbericht wordt te pas en te onpas door menig trots Mexicaan doorheen de straten geschreeuwd. Ze vieren dit jaar hun 199ste verjaardag en overal in het land zijn elektronische klokken aangebracht die aftellen naar de 200ste verjaardag. Een feest als dit is echt groot. Onze Nationale Feestdag is er niets bij vergeleken. Niets. Ik herhaal: niets. Overal mensen op straat, de hele nacht door, dansend, zingend, drinkend, lachend,… Het is een amusant gezicht.

Ikzelf ben gisterenavond, op de overgang van de 15e naar de 16e, ook met mijn familie gaan vieren. Ik moest hen rond 2.30 am wel duidelijk maken dat ik, in tegenstelling tot alle Mexicanen, de dag nadien (vandaag dus) wél moest gaan werken… Vandaag was voor mij dus een zeer zware dag en na de noeste arbeid van dit bolgbericht kruip ik nu “vroeg” onder de wol, want om 7.00 am morgenvroeg zijn we alweer aan het werk! Jawel, Viva La Gente/Up With people is zoals het alom bekende Duracell konijn. Het blijft maar gaan en gaan en gaan…

woensdag 26 augustus 2009

What’s happening to me?

Er is zoveel gebeurd en ik besefte zelfs niet dat ik nu al drie weken achter sta met mijn blog. Dus laat ik even proberen een chronologisch overzicht te geven.

Het begon met ons eerste optreden in Denver, dat onmiddellijk heel goed verliep. Uiteraard moest er nog zoveel verbeterd worden, maar we stonden er. We kregen een daverend applaus, een staande ovatie en ik kreeg veel persoonlijke complimenten van mensen uit het publiek. Het was een hele opluchting toen het voorbij was en tegelijkertijd was er iets in mij dat schreeuwde: “Nog, nog! Meer, meer!” En oh, ik kreeg meer, want de avond nadien stonden we alweer op de scene.

Nu, het is belangrijk te vermelden dat zo’n dagen ongelooflijk druk zijn. ’s Ochtends zijn er workshops om dingen “op te kuisen”, te verbeteren, zoals liederen en choreografieën. In de namiddag is het doorloop, waarbij alles tezamen komt en dan heb ik het niet enkel over de inhoud van de show zelf, maar ook kostuums, belichting en noem maar op. Dan volgt er een nabespreking met notes van de Show Manager, Dance Captain, Musical Coordinator en dan avondeten. Nadien is er tijd om ons in onze kostuums te hijsen en voor de dames om hun haar grootse proporties te laten aannemen en hun gezicht te beschilderen, tot ze er allemaal als pareltjes uitzien. Dan volgt de Green Room, waarin we nog enkele laatste notes krijgen en we elkaar oppeppen door samen te zingen of enkele teambuilding spelletjes te doen. Na de show volgt de afbraak en vergadering voor het Show Team en dan zijn we meestal rond 1.00 a.m. klaar om naar huis te gaan.

Om terug te keren naar mijn ietwat chronologische verloop van de voorbije weken: na de show op woensdag ging ik met Momma naar huis, nu ja, niet zozeer naar huis maar naar een “Diner” voor een soort uitgesteld laatste avondmaal. Timothy, Manuel, Emilie, Momma en ik zijn echt heel hecht geworden en we hadden een fantastische avond/nacht. Toen we naar huis gingen, hadden we dan ook al bijna onuitgesproken unaniem beslist dat er niet veel tijd zou verspild worden aan het concept genaamd “nachtrust”. Ik begon de was te doen, te strijken, mijn valies te maken, in afwisseling met leuke spelletje, conversaties en heel veel gelach, soms in combinatie met een traan. We voelde allemaal heel duidelijk aan dat deze geweldige maand erop zat en dat vanaf nu alles anders zou gaan zijn. Voor we het goed en wel beseften was de nacht om en was het tijd om in de auto te stappen en te vertrekken naar het vertrekpunt van de bus. Momma liet vele traantjes en na vele knuffels en “Goede reis!”-wensen vertrokken we dan uiteindelijk richting Aspen.

Aspen, voor de mensen die dat niet kennen, is een soort high society skioord waar mensen zoals Will Smith, J.Lo en Bruce Willis graag vertoeven tijdens de wintermaanden. Dat zijn in elk geval enkele voorbeelden die mijn nieuwe host mom gaf van de mensen die zij reeds over de vloer had gekregen in de winkel waar zij werkt. Het was een onwaarschijnlijk dure winkel met enkel luxe artikelen voor je huis. Een glas van 350 euro, een bestekset van 500 euro, een onderbord van 1000 euro, een tafel van 13000 euro,… noem maar op, je houdt het niet voor mogelijk. Ik kon mijn ogen niet geloven en was doodsbang om ook maar ergens tegenaan te lopen! Zoals zo vaak het geval is, zijn de werknemers zelf niet in staat om iets uit de winkel te kopen waar ze werken en zo is het ook onmogelijk om zelfs maar in dezelfde stad te wonen, die trouwens voor het grootste deel louter uit vakantiehuisjes en hotels bestaat.

Mijn host familie woonde in Carbondale, een klein rustig dorpje, een half uur verwijderd van Aspen. Ze bestond uit Natalia, een geweldig sterke en lieve jongedame van 24, die samenwoont met haar man Sergio, 30 jaar oud. Zij zijn beiden uit Mexico afkomstig en spreken daardoor dan ook een mengeling van Spaans en Engels, wat ze zelf lachend de term “Spanglish” geven. Ze hebben het helemaal niet breed en na Momma’s kasteel, hadden ze echt een klein huisje. Dit vooral omdat 2 maanden geleden Natalia’s moeder plots was overleden en zij had beslist haar zus Viviane van 20 en haar broertje Adrian van 12 jaar oud bij haar in huis te nemen. Ik was heel ontroerd door de situatie en vond het geweldig hoe ze erin slaagde om zowel zus en moeder tegelijkertijd te zijn.

Toen wij er waren hadden ze broer en zus samen in een kamer gelegd, zodat mijn nieuwe roommate Phil (uit Denver) en ik in de andere kamer konden slapen. Het was pakkend om te zien dat mensen die zo weinig hebben toch alles willen delen dat ze hebben. Ik heb geweldige conversaties met ze gevoerd en was zo geraakt door de manier waarop zij hun leven leiden en heb echt heel veel van ze geleerd. Ik ben zondag zelfs meegegaan naar de misviering in het Spaans, omdat ik wist dat dat voor hen heel veel betekende. Ik verstond er uiteraard bijna niets van, maar ik zag dat zij dat heel erg apprecieerden en ervan genoten mij voor te stellen aan hun vrienden en kennissen.

Tijdens mijn enige vrije dag wou ik dan ook zoveel mogelijk tijd met ze doorbrengen, aangezien ik iedere dag zo druk en tot heel laat bezig was. Phil en ik hadden een hele leuke en mooie dag met Sergio en Adrian. Natalia en Viviane hadden er heel graag willen bij zijn, maar ze verontschuldigden zich omdat ze moesten werken, ook al was het zondag, maar Natalia zei dat ze het geld gewoon echt nodig hadden. Maar ’s avonds, na een prachtige dag vol bezoekjes aan onder andere het natuurlijk Paradijs op aarde (een wondermooie plek genaamd Belroom Mountains), gingen we allemaal samen op restaurant om onze laatste avond te vieren. Ik probeerde ze duidelijk te maken dat dat echt niet nodig was, maar Natalia stond erop omdat ze zo blij was met ons als gasten en blijkbaar ook zij een fantastische tijd had gehad en dat in schoonheid wou afsluiten.

We gingen naar een Mexicaans restaurant en vierden onze vierde en laatste avond samen, alsook mijn 22ste verjaardag. Ik begreep er niets van toen Natalia plots zei: “Jeeej, het is Pieter zijn verjaardag!”, ik probeerde ze duidelijk te maken dat dat niet het geval was, maar toen de hele familie enthousiast riep: “Oh ja, wat een goed idee! Jeeej, het is Pieter zijn verjaardag!”, had ik al snel door dat ze iets van plan waren, dus speelde ik maar enthousiast mee, benieuwd wat me te wachten stond. We hadden een heerlijke maaltijd met al even heerlijke conversaties en heel veel gelach. Ik kreeg “voor mijn verjaardag” een Margharita, een sombrero op en een lied gezongen door het gehele personeel van het restaurant. We hadden superveel plezier en ik had een grote glimlach op mijn gezicht totdat, plots, voor ik het goed en wel besefte, mijn gehele gezicht onder de slagroom zat. Mijn host familie proestte het uit en zoals jullie me allemaal kennen, schoot ook ik in een lachbui. Daarop kwam de vriendelijke serveuse me, buiten de rest van de slagroom ook, wat servetten brengen, verontschuldigde zich met een grote glimlach op haar gezicht en wenste me een onvergetelijke verjaardag, wat het zeker en vast was!

Maandagmorgen was het alweer tijd voor een afscheid en deze keer zette de bus koers richting Durango, Arizona. We reden een hele dag door een ongelooflijk mooi landschap en amuseerden ons rot met allerlei busspelletjes, afgewisseld met hier en daar een uurtje slaap, om toch ietwat dat slaaptekort proberen in te halen. Maar met een grote glimlach op mijn gezicht dacht ik aan wat Momma eens had gezegd: “Och, slapen kan volgend semester nog”.

We kwamen aan in Durango, een prachtig idyllisch dorpje en ik werd voorgesteld aan mijn nieuwe host mom Micki. Het klikte onmiddellijk, zelfs die eerste ongemakkelijk avond werd achterwege gelaten. Ik besefte dat iedere dag dat we traag gaan om elkaar rustig te leren kennen, een dag minder is dat we plezier kunnen maken en dat is zeer kostbaar als je zo weinig dagen hebt… Maar met Micki ging alles als vanzelf. Ze is een leerkracht en weet ongelooflijk veel, wat urenlange conversaties tot gevolg had. Deze keer was mijn roommate Rafa (van Brazilië) en ook dat was een goede combinatie.

Nu, in Durango hadden we een heel druk schema. Maandagavond kwamen we aan, gingen we naar huis, was er net tijd voor een maaltijd, een korte kennismaking en dan was het bedtijd. Rafa viel ook gewoon met al zijn kleren en het licht aan in slaap op zijn bed. Ik merk dat dat ook bij mij het geval is. Het concept is: slapen. Of dat nu met of zonder licht, op of onder het laken, met of zonder kleren, op het bed of ergens in een zetel of zelfs op de grond is,… maakt allemaal niet zoveel meer uit.

Dinsdag was het tijd voor een hele dag Community Service, wat echt heel veel voldoening bracht. Woensdag was er een tweede CI Day (wat staat voor Community Impact), maar ik werd uitgeschreven voor workshops. Er was ondertussen namelijk iets anders belangrijks gebeurd: Net voor we vertrokken “on the road”, werd ik uitgekozen als stagiair van Laura Lynn (Nebraska), de Musical Coordinator, die, zoals de titel al laat vermoeden, instaat voor de muzikale kwaliteit van de show. Dit houdt in dat ik mee workshops geef voor solisten, kleine groepjes of soms zelfs de hele cast. Zo heb ik vanaf Durango bijvoorbeeld de stemopwarming overgenomen en kijkt Laura Lynn gewoon toe hoe ik haar job overneem, zodat ze zeker is dat ik niets vergeet of geen grove fouten maak.

Het is tot nu toe het beste onderdeel van het hele programma. Ik geniet er echt superhard van om andere mensen te helpen een lied te leren zingen, meer nog dan het lied zelf te zingen. Ik breng urenlang door met mensen met een geweldige stem en geef ze feedback terwijl ik ze begeleid op de piano om naar ze te luisteren. Ik snap nu waarom David, Marina, Greet en alle andere mensen die mij ooit les gaven, zo erg van hun job genieten. Het is wonderbaarlijk een onderdeel te zijn van iemands leerproces. Zien hoe die persoon de eerste keer het lied hoort, meezingt, de tekst leert, werkt aan het brengen van het lied, zelfzekerder wordt, openbloeit en uiteindelijk stralend op scene staat. Wauw! Echt, het meest toepasbare woord is simpelweg: wauw!

Natuurlijk houdt dit in dat ik er weer zoveel werk extra bij krijg, wat leidt tot nog meer werk ’s avonds als ik al doodmoe thuiskom. Workshops voorbereiden, maar ook gewoon puur administratief allerlei tracklijsten bijhouden en helpen bij het opstellen van de Showlist, die zegt wie wat zing, waar die persoon moet staan, welke microfoon hij of zij moet gebruiken,… Maar het is ongelooflijk! Het geeft me ook een nog beter inzicht in de show, aangezien ik nu ook de andere kant zie. Zo maak ik iedere ochtend en avond deel uit van de Staff vergadering en ben ik na iedere show aanwezig op de showevaluatie.

Hoe dan ook, om terug te keren naar het overzicht, was het donderdag en vrijdag Show Day. Jawel, twee shows na elkaar. Superdruk. Superspannend. Superleuk! Vrijdag was een zeer goede show en tot mijn grote verrassing prijkte ik op de voorpagina van de krant in het midden van een van de solo’s die ik zing. Nadien weer een drukke en lange avond vol opruim en vergadering, zorgen dat we alles bij elkaar kregen en zaterdagmorgen hupakee weer de bus op! Het was ook fantastisch te zien dat we vrijdag een speciale gast hadden, namelijk Momma! Ze was donderdag vertrokken, had in totaal acht uur gereden met een tussenstop bij haar dochter om te overnachten, gewoon om ons nog eens te kunnen zien. Ik was zo blij haar terug te zien en het was bijna niet te geloven dat we vrijdagavond weer gewoon met onze kleine familie samen konden zitten om te eten en te lachen.

Uiteraard was het zaterdagochtend dan tijd om afscheid te nemen van twee host moeders tegelijkertijd, Micki en Momma, maar dat liep al bij al vrij vlot. Er is ook gewoon geen tijd om te blijven stilstaan bij dingen. Alles gaat zo snel. Soms word ik wakker en voor ik het weet is het alweer tijd om in bed te kruipen. Maar, hoe druk het ook is, hoe snel het ook gaat, ik geniet van iedere seconde! Alleszins, dat probeer ik toch. Zo was het bijvoorbeeld fenomenaal om die dag, ergens rond te middag, plots de bus te voelen stoppen, uit te stappen, je hart voelen versnellen, je voetstappen ook, om dan stil te staan, je mond te laten openvallen en een half uur vol ongeloof te staan staren naar de Grand Canyon. We hadden de kans om daar twee uur te vertoeven en te beseffen dat dat veel te kort was, maar om tegelijkertijd toch dankbaar te zijn voor elke minuut die we gekregen hadden om dat te mogen aanschouwen.

Nadien bracht de bus ons verder naar Chino Valley waar ik kennis maakte met mijn nieuw gastgezin, zijnde Carole en Bud en mijn nieuwe roommate Brandon (Colorado). Zondag was een vrije dag, dus mijn plan was om dan eindelijk wat e-mails te kunnen versturen en iets op mijn blog te posten, maar zij hadden al andere plannen. We zijn samen allerlei mooie plaatsen gaan bezoeken zoals het zeer aangename stadje Prescott en om 3.00 p.m. hadden zij met vrienden afgesproken voor een barbecue waarop ook wij uitgenodigd waren. Die vrienden waren namelijk ook zelf een host familie en zo hadden we een onvergetelijke namiddag en avond met Emil (Zweden), Renee (Arizona) en Willemijn (Nederland) vol leuke gezelschapspelen en veel te veel lekker eten.

Maandag was het al onmiddellijk Show Day, voor de eerste keer in een High School, wat echt heel interessant was en ook voor de eerste keer leidde tot signeersessies. Supergrappig om meisjes van 14 en 15 jaar op je zien af te komen met een pen, je foto en een grote lieve glimlach, vragend of “you would be so kind to sign this, please?” Na de show en de opruim volgde een nieuwe Travel Day (het was echt een minibezoekje aan Chino Valley) en nu bevind ik me in Lake Havasu. Ik verblijf bij Pauline, een enthousiaste en energieke jongedame van 80 jaar oud, samen met roommate Scott (Arizona). We zijn samen de grote trots van deze stad gaan bezichtigen, namelijk de London Brigde. Voor de mensen bij wie er een belletje gaat rinkelen: jawel, dat is inderdaad de brug die ooit in Londen over de Thames stond, totdat een gekke Amerikaan besloot ze over te kopen voor $2,5 miljoen, om ze dan te laten afbreken, verschepen en weer opbouwen over de Colorado rivier in Lake Havasu en dit alles voor nog eens $7 miljoen. Die Amerikanen toch…

En nu, na een eerste gezellig avond en drie uur op de computer te werken aan dit hele lange blogbericht, is het tijd voor mij om in bed te kruipen. Tot slot, nog even vermelden dat Lake Havasu onze laatste stad is in de Verenigde Staten en dat we zondag op het vliegtuig stappen richting Mexico, dus mijn volgend bericht zal vermoedelijk van daar komen… Olé!

zondag 2 augustus 2009

Tempus fugit...

Iedere keer doe ik mijn best om sneller iets te publiceren, maar het lukt gewoon niet. Zeker nu we minder dan twee weken verwijderd zijn van ons eerste grote optreden. Het schema is dan ook zo aangepast dat we extra sessies hebben tot 7.30 pm, waardoor ik pas om 8.30 thuis ben. Als ik dan nog iets instudeer of herhaal en tussenin nog even probeer te praten met mijn gastgezin, is de avond zo om.

Het wordt nu ook echt spannend. Donderdag was de eerste doorloop. Enerzijds denk ik dat we echt wel al iets hebben, maar anderzijds is er nog zoveel te doen. Daarbij komt dat we de komende week voor de eerste keer een vrijwilligersproject gaan doen, dus dat is zoveel tijd dat we niet kunnen repeteren. Maar ik ben heel blij dat ik ook eindelijk met dat aspect van het programma ga mogen kennis maken. Ik kijk er heel erg naar uit.

Ik besefte vorige week, toen ik mijn eigen blog herlas, dat ik eigenlijk nooit heb uigelegd wat ik nu net aan het doen ben. Er ontbreekt namelijk een blogbericht, meerbepaald de week voor mijn vertrek. Ik had dat bericht al getypt om het dan te kunnen publiceren, maar ik ben dat toen vergeten en aangezien ik mijn computer heb verkocht, ben ik dat nu dus kwijt. Maar dat is helemaal geen probleem, dan doe ik dat nu gewoon even:

Het programma waaraan ik deelneem, heet Up With People. Het is een organisatie die jongeren van over de hele wereld samenbrengt om als groep rond te trekken. Op die manier willen ze een boodschap overbrengen van samenhorigheid en tegelijkertijd de schoonheid van die diversiteit. Iedere week trekt de groep naar een andere stad om daar een impact teweeg te brengen op de lokale gemeenschap. Dat wordt enerzijds verwezenlijkt door het vrijwilligerswerk (dat gaat van watterputten graven, over huizen en/of scholen bouwen, tot cliniclowns spelen voor kinderen die op palliatieve zorgen liggen) en anderzijds door de show die we iedere week opvoeren, waarin muziek centraal staat als universeel communicatiemiddel. Een derde aspect is dat dit een studieprogramma is, waarbij ik les krijg in verschillende vakken, die ik reeds in een vorig blogbericht heb opgesomd. Als student kan je dan ook credits krijgen voor dit half jaar en eigenlijk is het zelfs meer waard dan een semester universiteit. Een laatste aspect is het feit dat ik iedere week (buiten de eerste maand, waar ik me nu nog steeds in bevind) bij een ander gastgezin woon om zo volledig ondergedompeld te worden in de cultuur.

Mijn groep bestaat uit 72 studenten van 22 verschillende landen, waarbij de Verenigde Staaten van Amerika als een land wordt beschouwd. Het is superinteressant om een discussie te voeren over een bepaald onderwerp en te zien hoe iemand van Japan helemaal anders denkt dan iemand van Ethiopie, Venezuela, Zweden, Texas of Duitsland. Ik leer ongelooflijk veel bij over al die culturen en daardoor ook over mezelf. En het feit dat het soms tot confrontaties leidt, is niet enkel moeilijk, maar ook net heel leerrijk.

Door de intensiteit van dit programma, heb ik op een zeer korte tijd ook al hechte banden opgebouwd met verschillende mensen. Zo weet ik nu al dat ik ooit eens een reisje ga moeten ondernemen om mensen zoals Wei van China, Aude van Canada, Kristine van Noorwegen, Celiana van Venezuala, Andrea van Mexico of Nao van Japan te gaan bezoeken. En uiteraard lijkt het nu al onmogelijk om ooit afscheid te moeten nemen van Manuel (Mexico), Timothy (Chicago) en Emilie (Nebraska), mijn roommates voor deze maand. Tot slot, lijkt het me zelfs overbodig te vermelden dat ik sowieso Momma Colleen en Dad Jug ga moeten komen opzoeken in dit idyllische Denver. Het zijn twee van de meest gelwedige mensen die ik ooit heb leren kennen. Ik had me geen beter gastgezin kunnen inbeelden!

zondag 26 juli 2009

I [have] the time of my life!

Deze week was voorbij voor ik het goed en wel besefte. Ik duik van het ene avontuur in het andere. Het is supervermoeiend, maar echt fantastisch! Iedere dag zijn er minstens 3 workshops zang en dans. Vrijdag spande de kroon met dans van 9.00 tot 12.00 am en van 1.00 tot 5.15 pm, met een zangworkshop tussenin (als ontspanning zullen we maar zeggen) van 4.00 tot 4.00 pm. Ik leer zoveel bij op zo'n korte tijd, het is ongelooflijk. En voor we vrijdag naar huis gingen, kregen we te horen: "Rust alsjeblief allemaal goed dit weekend, want nu beginnen de twee drukste en zwaarste weken. Denk eraan dat jullie op 12 augustus voor het eerst op een podium staan voor een groot publiek."

Het is echt geweldig. Zo hebben we bijvoorbeeld een workshop gekregen van een externe choreografe, die ons moest leren "Indisch" dansen, als voorbereiding op de choreografie van 'Jai Ho'. Ik ging door mijn dak! Het gaat abnormaal snel en mijn schouders schudden langs alle kanten tegelijk, maar ik amuseer me rot! Ik kijk al uit naar de kostuums die ermee gepaard gaan... Verder was er woensdagavond ook een optreden waar alle studenten iets mochten brengen. Ik werd al snel gerekruteerd als cowboy voor het Georgia-team en stond enthousiast het beste van mezelf te geven in mijn eerst line-dancing, waarna ik meerdere keren de reactie kreeg: "Pieter, are you sure you aren't American?"

Alle andere avonden zaten ook vol met vanalles en nog wat, maar het spectaculairste was ongetwijfeld maandagavond. Ik heb van dichtbij een Amerikaanse storm meegemaakt, met alles erop en eraan. We zaten allemaal stil (en toch ietwat bang) in de woonkamer rond te kijken en te luisteren, toen we plots het alarm hoorde afgaan. De televisie die tot op dat moment constant het nieuws bleef uitzenden met satelietbeelden, werd plots zwart en in witte letters verscheen de boodschap "Tornado Warning". Nadien kwam er een hele gebruiksaanwijzing, die zei dat je alles moest achterlaten en naar de kelder moest gaan en indien je geen kelder had, je zo ver mogelijk weg moest blijven van de buitenmuren. Dat was toch wel even schrikken. Gelukkig heeft dit veel te grote huis een al even grote kelder. De storm ging voorbij zonder enige schade aan te richten bij ons, maar de dag nadien hoorden we van andere studenten hoe het huis van hun host family was toegetakeld. Het was een culturele ervaring van formaat. Of zoiets.

Vrijdagavond hebben we gezelschapspelletjes gespeeld en heel hard gelachen. Het was superleuk, maar ook afschuwelijk tegelijk. We hebben namelijk als laatste een spel gespeeld, dat je niet bepaald doordeweeks kan noemen. In Amerika zijn de Jelly Belly snoepjes heel bekend. Het zijn kleine snoepjes met alle mogelijk smaken: banaan, kiwi, mango, chocolade, pina colada, koffie, appel crumble, kokosnoot,... alles door elkaar en ieder met een eigen kleurtje. Maar er zijn natuurlijk meer smaken dan kleuren, waardoor je soms moet afwachten of die rode nu aardbei, tomaat, framboos of kers is. Hoe dan ook, er is ook een speciale versie van deze snoepjes (voor diegenen die Harry Potter hebben gelezen, zal dit bekend in de oren klinken). Er bestaan namelijk doosjes met "Weird and Wild Flavours". Een kleine greep uit het assortiment: Oorsmeer, rotte eieren, braaksel, potloodslijpsel, snot, pampers, beschimelde kaas,... Wal. Ge. Lijk. En hoewel ieder van ons wel een paar keer bijna echt moest overgeven, hebben we ons kapot gelachen. Manuel (mijn Mexicaanse Host Brother) had ook het ingenueuze idee om ons te filmen terwijl we de meest afschuwelijke gezichten maakten. Hilarisch om dat nadien te bekijken en opnieuw mee te maken!

Gisteren zijn we weer op familie-uitstap geweest en deze keer naar Boulder, een heel mooi stadje met een openlucht mall, eigenlijk gewoon een winkelstraat dus. Op weg naar daar zijn we eerst gestopt in FlatIrons, een gigantisch winkelcentrum, waar je volgens mij urenlang in kan rondlopen of zelfs gewoon in kan wonen. Het centrum heet zo, omdat het naast de Flat Iron Mountains van de Rocky Mountains ligt. Dit zijn zes bergen die eruit zien alsof ze platgestreken zijn en daarenboven lijken ze gewoon op zes enorme strijkijzers naast elkaar. Heel vreemd, maar zeer mooi. In Boulder zelf, hebben we rondgewandeld op de Boulder Mall, dat je zou kunnen vergelijken met onze Rue Neuve in Brussel, maar dan veel groter (uiteraard, in Amerika moet alles groot zijn) met bomen en kunstwerken in het midden van de straat. Heel rustgevend en aangenaam. Het had ook iets weg van de Ramblas in Barcelona, want er stond om de zoveel meter (of moet ik nu feet zeggen?) een straatartiest.

Zo zat er bijvoorbeeld een jongen op een buffetpiano te spelen in het midden van de straat en het duurde dan ook niet lang of ik zat achter de piano. Ik deed dit uiteraard gewoon zodat die jongen, hij heette Ben en was 23 jaar, even een rustpauze kon nemen. Hij vertelde me dat hij een overeenkomst had met StarBucks (die vind je hier trouwens in iedere straat of soms zelfs meerdere per straat) waar de piano heel de tijd stond. Als hij kwam, rolde hij de piano naar buiten en mocht er op spelen. Ik wou dat ik ook zoiets kon versieren in Brussel... Het was ook heel grappig dat ik aan het spelen was en er mensen bleven staan kijken en geld in het potje kwamen stoppen. Ik was zo verbaasd. Dat potje zat trouwens al goed vol met zeker meer als $50 en Ben zei dat hij daar nog maar twee uur zat.

Gisterenavond hebben we naar 'Dirty Dancing' gekeken, waar ik heel erg van heb genoten. Vandaag gaan we naar Denver Zoo en nadien gaan we gaan picknicken in het park, waar er een gratis Jazz festival is. Het gaat allemaal snel, maar het was weer een supermooie week!

maandag 20 juli 2009

De eerste week zit erop!

Ik heb een geweldige eerste week achter de rug. Volgens mij heb ik nog nooit zoveel dingen tegelijkertijd meegemaakt en gevoeld. Het is dan ook geen gemakkelijke opdracht om er een kort overzicht van te geven. Maar voor ik daarmee begin wil ik even iedereen bedanken die me een lieve e-mail heeft gestuurd en me verontschuldigen dat ik niet heb terug gestuurd. Ik ben blij dat ik jullie verwittigd had dat ik geen tijd zou hebben. En, heel eerlijk, het is nog erger dan ik dacht...

Iedere dag begint hier met een alarmklok die om 6 uur afgaat. Na een ochtendlijke wasbeurt en een lekker ontbijt dat meestal bestaat uit "cereals" en fruit, vertrekken we met de auto richting hartje Denver waar het Sherman Centre gelegen is, waar we een maand verblijven voor de Staging en Orientation.

Om 8.00 am begint de vergadering met alle aankonigingen en opmerkingen en om 9.00 am start de eerste les. Om 10.30 hebben we een kwartier pauze om dan een tweede sessie tot 12.00 te volgen. Dan is het middagpauze tot 1.00 pm, waarin we iedere middag opnieuw verwend worden met een geweldige warme maaltijd, die verzorgd wordt door een extern catering bedrijf. Er is altijd een slaatje als voorgerecht, een lekker hoofdgerecht (Mexicaanse burrito's, Italiaanse pasta, een Amerikaanse hamburger en gisteren kalkoengebraad met zoete aardappelen) en tot slot een dessert, dat meestal een stuk fruit is, maar soms ook een heerlijke brownie of ander verderfelijk lekkers.

De volgende sessie is dan van 1.00 tot 3.00 pm en tot slot van 3.15 tot 5.15 pm. Dan volgt er een korte "wrap up" en om 5.30 pm vertrekt iedereen richting huis. Om 6.30 aangekomen, praten we even, zetten onze spullen weg, helpen bij het dekken van de tafel en dan eten we om 7.oo pm. Nadien, rond 8.00 pm, beginnen we aan een "ontspannende" avond. Soms gaan we iets bezoeken, of gewoon naar de winkel, we spelen een gezelschapspel, kijken naar een film, praten en lachen gewoon wat of ik werk nog tot 10.00 pm of later omdat er zoveel werk is.

Het is namelijk zo dat alle hierboven genoemde sessies ingevuld worden met zangles, dansles, acteerles of echt een hoorcollege psychologie, sociologie, cultuurwetenschappen, communicatie, geschiedenis,... Nu, normaalgezien volgt de hele groep die lessen samen, maar tijdens deze algemene groepslessen (we zijn uiteindelijk met 70) worden er soms groepjes van 4, 6, 8 of 10 studenten uitgehaald voor speciale prive lessen of workshops. Je voelt het waarschijnlijk al aankomen...

Maandag begon als een heel open dag met vooral infosessies en kennismakingsspelen. Dinsdag echter, was de grote dag waar iedereen over sprak  en sommige zelfs al op voorhand nerveus voor waren, namelijk de audities. En niet zomaar een beetje... Op een dag tijd hadden we vijf verschillende modules waar we in groepjes van 4 naartoe moesten om iets te brengen voor een jury die telkens uit drie tot zeven personen bestond. Er was een auditie voor zang, dans, spreken, techniek en kostuums (dat laatste was het minst schrikwekkende en voelde echt aan als een rustmoment tussen al het geloop en gestress voor de andere).

Tijdens de audities werd ons iets aangeleerd, bijvoorbeeld een choreografie (of eigenlijk meerdere en ieder in een verschillende stijl, waaronder hip hop, ballet, ballroom, latin en noem maar op) of moesten we iets brengen dat we voorbereid hadden, zoals een lied. Alles ging aan een hels tempo en ze wouden dan ook te weten komen wie er in staat was om op een zeer korte tijd veel leerstof te verwerken. Zo kregen we bijvoorbeeld bij de auditie "spreken" onder andere een monoloog die we op 5 minuten vanbuiten moesten leren en voorbrengen voor de groep.

Iedere auditie eindigde ook teleurstellend hetzelfde: "Okay, thank you guys, you can go now. Good luck with the other modules!" Geen feedback, geen enkele "goed" of "het kon beter", niets. Het was een lange, vermoeiende en heel frustrerende dag. Ik ben kapot thuisgekomen, met barstende hoofdpijn en had zo kunnen beginnen wenen. Gelukkig was Momma er om ons op te vangen, zoals enkel zij dat kan doen. Ze zit ondertussen dan ook al aan host kid 130, dus ze heeft ervaring genoeg.

Hoe dan ook, woensdag begon en voor ik het wist was het zaterdagavond. Ik werd uit iedere mogelijke groepsactiviteit gehaald voor zang- of dans"workshops" (zo noemen ze het graag). Iedere dag wordt er in de inkomhal een lijst opgehangen met de "workshops" van die dag en of het nu 10, 8 of maar 4 namen waren die op de lijst stonden, de mijne was er altijd bij. Ik heb ondertussen al 12 uur dansles achter de rug en mijn hele lichaam schreeuwt: "Wil je vandaag alsjeblief eens NIET dansen!?!" Het doet overal pijn, maar vooral mijn rechterschouder is half verlamd. Maar ja, mijn lichaam is het dan ook niet echt gewoon om op 2 uur tijd meer dan 25 keer een jongedame op te tillen en 8 tellen op mijn schouder te laten zitten terwijl ik ronddraai. Maar hey, ik kan nu de lift op 'Time of My Life' uit 'Dirty Dancing', dus dat was het zeker waard (en ja, dat zeg ik nu gewoon om Charlipop even te laten gillen ;) ).

Ze zeiden ons in het begin van de week dat we uitgedaagd zouden worden. Wel, dat is zeker het geval. Na de eerste 2 uur dansles (een supermoeilijke hip hop choreografie dat uit een videoclip van Justin Timberlake zou kunnen komen) was ik blijkbaar nogal zichtbaar gefrustreerd, want de choreograaf riep me bij zich om te vragen of alles in orde was. We hadden net op 2 uur de hele choreografie aangeleerd gekregen en het ging echt veel te snel. Hij zei dan ook aan het begin van de les: "Jullie zijn de beste, dus dan kan ik ook snel doorgaan. Denk eraan dat we binnen een maand met een twee uur durende show op scene moeten staan." Het was dan ook letterlijk 8 tellen voordoen, die 8 tellen samen doen, nog eens herhalen en dan doorgaan naar de volgende 8...

De choreograaf zei me: "Dit ben je precies niet gewoon, he Pieter? Je kijkt nogal boos. Wil je erover praten?" Dus ik zei hem dat ik dit helemaal niet gewoon was, omdat ik misschien een acteur was, misschien een zanger, maar zeker geen danser en dat ik niet snapte waarom ik in deze les zat en daarom heel gefrustreerd was (je kent me, ik ben nogal direct). Daar zei hij simpelweg op: "Kijk Pieter, ik ben de choreograaf, ik doe dit al meer dan 25 jaar en als ik zeg dat jij een danser bent, ben je een danser. Ik ben thuisgekomen en heb een tijdje gejammerd, maar ben uiteindelijk gewoon heel hard beginnen werken. En wat een geluk want de dag nadien waren er al weer 2 nieuwe workshops met bijhorende nieuwe choreografie...

Daarbij komen dan ook nog eens alle prive zanglessen kijken, want volgens de leidende zangcoach ben ik een van de sterkste stemmen. Als ik zeg dat ik soms tot na 10.00 pm werk en moe ben, dan is dat ook zo. Ik ben dan ook vaak tot niet veel meer in staat buiten in de zetel ploffen en blij zijn dat ik even wat kan praten en lachen met mijn host family. Maar het is geweldig, ik leer zoveel bij en ik geniet (tussen alle frustraties door) met volle teugen! Ik kijk al uit naar morgen, naar een nieuwe week. Maar misschien kijk ik nog meer uit naar het volgend weekend, want dan hebben we zowel zaterdag als zondag vrij.

Het was echt vreemd, zo'n zes-dagen-week. En de enige vrije dag vandaag zat dan ook bomvol. Opruimen, de was doen, achterstallig werk inhalen en dan hebben we een familieuitstapje gemaakt naar Red Rocks, Georgetown en Idaho Springs. Red Rocks is een amfitheater uitgehouwen in roodkleurige rotsen (wauw, wat een verrassing), waar bijna alle beroemde sterren al hebben opgetreden. Georgetown en Idaho Springs zijn twee oude Gold Mining Cities uit de tijd van de Gold Rush (waar de tijd ook lijkt stil te staan) die midden in de Rocky Mountains liggen. Echt ongelooflijk mooi!

Toen we thuiskwamen (het was ondertussen al 7.00 pm) hebben we gegeten en traditional American chocolate chip cookies gemaakt. En nu, na deze drukke week (geloof me, ik heb het bij een kort overzicht gehouden) heb ik dus eindelijk de tijd gevonden om iets op mijn blog te posten. *Zucht* Ik hoop dat het volgend bericht er iets sneller komt. Ik doe in elk geval mijn best.

Liefs uit het boeiende en broeierige Denver

zondag 12 juli 2009

En dan was het zover.

Zaterdagochtend gebeurde wat ik een maand geleden had gezegd dat ging gebeuren: Ik werd wakker in een ander bed, in een ander huis, in een andere stad, in een ander "land", in een ander werelddeel.

Het leuke is dat ik nu, een maand later, die zin ook mooi kan invullen: Ik werd wakker in een koninklijk bed met 4 lakens en 2 kussens, in een kast van een huis met 5 woonkamers (waarvan 1 met piano), 6 slaapkamers en 3 badkamers, in Denver, in Colorado, in Noord Amerika. En hoewel ik doodmoe was na een dag van 24 uur reizen, werd ik 's ochtends toch al om 7 uur wakker.

Na me nog een paar keer proberen te draaien, ben ik dan uiteindelijk toch maar om 8 uur opgestaan, gedouchet (in een van de badkamers) en dan mijn eerste American breakfast gegeten, dat uit courgettebrood en fruit bestond en overheerlijk was! Dan heb ik verder het huis ontdekt (er is ergens ook een fitnessruimte, een garage voor 3 wagens (maar ook fietsen, allerlei materiaal en ontelbare ijs- en koelkasten), een bureau met kasten van Belgische makelij (jawel), een tuin in Xeriscape en vele kamers die eigenlijk geen kamers zijn, maar gewoon kasten met een binnendeur waardoor ze kamers lijken) alsook de familie. Dit weekend is mijn gastouders hun dochter Amy op bezoek, samen met haar man Skip en hun twee dochtertjes Amber (3 jaar) en Alana (1 jaar). Het is hier dus lekker vol en gezellig.

De eigenaars van dit grote, doch zeer warme huis zijn Colleen en Jug Eastman, twee schatten van mensen. We hebben al heel veel gesproken en gelachen en Momma Colleen heeft me al veel geleerd over de streek en het leven hier. Bovendien is ze niet zomaar een gastmoeder, maar de gastmoeder aller gastmoeders, die voor de eerste keer in 1987 haar huis openstelde voor vrijwilligers zoals ik en dus (hoe toevallig) nu aan haar 22ste jaar toe is. En dat is niet alles. Ze is namelijk een van de directeurs bij Up With People en ik had haar naam al tientallen keren onder brieven en e-mails gevonden. Ik was dan ook heel erg verbaasd en voelde me om de een of andere reden vereerd toen ik haar naam op mijn gastgezin-kaartje vond.

Deze ochtend, na het ontbijt, de douche etcetera, nam ze me mee voor mijn eerste Amerikaanse ervaring, namelijk het Costco Warehouse. Een kilometersgrote winkel, waar je enkel dingen kan kopen waarmee je kast in een keer gevuld is. Het lijkt een beetje op onze Makro, maar dan meer de Makro van de Makro, zeg maar de Makro maal de Ikea maal de Cora, maal de Mediamarkt, maar de Colruyt of zoiets. Er is ook het vreemde concept dat je tijdens het winkelen (of dat nu kleren, meubels, eten, tuingereedschap of dvd's zijn) aan iedere hoek van een gang iets te eten krijgt toegestopt, waardoor je niet enkel richting huis vertrekt met een (over)volle kar, maar ook een volle maag. En alsof de "hapjes" (ijs, pannekoeken, brood, fruit, pasta, bizonvlees, koekjes, kaas,...) nog niet genoeg waren, vond Mama Colleen dat ze me moest trakteren op mijn eerste hotdog, in het restaurant dat zich ook om een of andere reden in dat winkelparadijs (je vond er alle mogelijke romans voor slechts 4,95 dollar) bevond.

Na thuis te hebben uitgepakt, verder mensen te hebben leren kennen, was het tijd voor mijn tweede grote Amerikaanse ervaring: een Marching Band Contest in het Football Stadium of Denver. De tien beste teams streden om de nationale titel en uiteindelijk is California gewonnen. Wat moet je je voorstellen bij zo'n Marching Band Competition? Het is niet zomaar een wandelend harmonieorkest zoals je bij ons soms terugvindt op kermissen, maar een heel team van blazers en percussiemuzikanten in combinatie met dansers en vlaggezwaaiers die ingewikkelde choreografieen uitvoeren aan een hels tempo terwijl ze zichzelf live begeleiden. Ongelooflijk. Nog nooit had ik zoiets gezien of er zelfs ook maar van gehoord en daar is het een logisch onderdeel van het schoolleven en cultuur.

Ik ben hier nog maar heel even, maar ik val van de ene verbazing in de andere. Benieuwd wat er morgen volgt...

donderdag 18 juni 2009

22 dagen.

Nog 22 dagen en ik ben ervandoor. Het gaat snel. 22 dagen lijkt niet lang meer. Of het kan ook net heel lang zijn. 22 dagen in een rubberboortje ronddrijven op de Ionische Zee met enkel Laura Lynn als metgezel lijkt me eindeloos lang te duren. Maar wat zijn 22 dagen op een leven van 22 jaar (zelfs al is het dan om in een rubberboortje rond te drijven op de Ionische Zee met enkel Laura Lynn als metgezel). Niet dat ik hier een traktaat over de relativiteit van tijd ambieer. Neen, gewoon, het zijn nu eenmaal de dingen die door mijn hoofd flitsen, misschien zelfs spoken.

“Action is consolatory. It is the enemy of thought and the friend of flattering illusions.”[1] Spijtig genoeg (nooit gedacht dat ik dit ooit zou schrijven) valt er plots veel “action” weg nu de examens erop zitten. Dinsdag had ik mijn laatste examen en dan wel over een zeer toepasselijke onderwerp, namelijk ‘Exilliteratur’. Bovendien kan het zwaartepunt van de cursus, zijnde ‘Bertolt Brecht’, enkel nog beter aansluiten bij het “bevreemdende” van heel deze situatie. Of, hoe Pieter een mooi voorbeeld is van “de mens” die in al de chaos op zoek is naar betekenis en bij gebrek daaraan er dan maar gewoon dwingend een betekenis op vastpint.

Hoe dan ook, na deze laatste grote stap in mijn niets beduidende academische carrière, ga ook ik in “ballingschap”. En het was niet zomaar het laatste examen van een examenperiode of een academiejaar, het was het laatste laatste examen. Het allerlaatste. Nooit geen examens meer. Afgehandeld. Gedaan. Schluss damit. En ik geef toe dat ik het eigenlijk wel jammer vind. Begint dan nu de aftakeling? Gaan mijn hersenen nu door gebrek aan nieuwe input langzaam aan verder en verder afsterven? Ach, ik ken mezelf, ik zal altijd nog wel iets vinden om te leren, om die grijze massa te blijven prikkelen en stimuleren.

Trouwens, er is nog steeds die andere donkere schaduw die boven mijn hoofd blijft hangen, de grote boze thesis zeg maar, waar ik tot op dit moment geen gehoor heb aan kunnen geven. Dus, moest ik het willen is er “action” genoeg. Het probleem is gewoon dat dat niet het enige is dat er nu te doen valt. Zo’n half jaar weg zijn, is allemaal goed en wel. Maar die voorbereidingen… Ik zou echt het liefst gewoon op dat vliegtuig stappen, zonder te moeten nadenken, zonder maandenlang heen en weer te hebben moeten lopen tussen allerlei autoriteiten, de ene al beter georganiseerd als de andere, maar allemaal toch minstens één keer zeggende: “Ja, manneke, daarvoor gade toch nog is moete terugkomme zenne.” Achja, het mooie Belgische bureaucratische landschap heeft ook wel zijn charmes (ofzoiets).

In elk geval, het lopen van hot naar her (om nog zo’n prachtig “Hendiadyoin” te gebruiken) zit er spijtig genoeg nog altijd niet op. Neem daar ondertussen nog een valiezenoorlog van formaat bij (ja, wat neem je zo mee in een rugzak voor een half jaar?) en de duizenden formulieren die ik mag invullen en het lijkt alsof ik zelfs niet ga toekomen met die 22 dagen. Tenslotte, is het nu zeker stilaan tijd aan het worden om aan mijn afscheidsronde te beginnen. Hoewel onze goede vriend Marco in al zijn semi-negationisme het fenomeen “afscheid nemen” ontkent, is het voor mij toch pijnlijk tastbaar. Maar wederom, laten we daar geen onnodig drama aan vasthangen. Wat is een half jaar? Het is verwaarloosbaar. (Alhoewel, een half jaar in een rubberbootje…)



[1] Joseph Conrad, Deel 1 ‘The Silver of the Mine’, Hoofdstuk. 6 uit ‘Nostromo’ (1904)

donderdag 11 juni 2009

Nog één maand...

Over een maand ga ik nu slapen om wakker te worden in een ander bed, in een ander huis, in een andere stad, in een ander “land”, in een ander werelddeel.

Jawel, onze goede vriendin Tiny deed me al voor hoe boodschappen te doen, naar de dierentuin te gaan, een fiets te krijgen, ja, ze leerde me zelfs zeilen. Maar nu is het tijd om die volgende grote stap te zetten en in haar voetsporen te treden, namelijk Pieter Gaat Op Reis.

Het is een “bevreemdend” idee, om het zacht uit te drukken, dat ik over een maand ergens rondhuppel op een onontdekte plaats, tussen onontmoete mensen. Het brengt veel gevoelens met zich mee, sommige positief, andere iets minder positief, maar ik probeer me vooral op de eerste soort te focussen. Het is een verzameling van enthousiasme, interesse, leergierigheid, benieuwdheid, veroveringszin en eigenlijk gewoon, tout court, die goede veelbetekenende “zin”. Zin om al die nieuwe dingen te ontdekken, te zien, te doen, bij te leren.

Dat die tweede groep gevoelens er ook is, is uiteraard logisch. Ik zou liegen, moest ik zeggen dat ik niets voel zoals pre-gemis en pre-heimwee, maar ook angst en onzekerheid voor al wat komen zal. Wat doe ik daar, langs de andere kant van de wereld, als er even geen impulsen zijn om die positieve gevoelens op te wekken of als die er net teveel zijn en ik ze graag zou willen delen met de mensen om wie ik geef?

Zoals ik zei, probeer ik me te focussen op die eerste groep. En eigenlijk is al het (melo)drama wat overbodig, als ik bedenk wat een geweldige kans ik krijg. Ik voel ook gewoon dat dit nu even nodig is voor mij. Een half jaartje “rust”, wat tijd voor mezelf om dingen af te sluiten, dingen op een rijtje te zetten en te beslissen wat ik nu wil gaan doen als ik in december weer land op die vertrouwde Belgische bodem.

En wat jullie betreft. De mensen die ik ga missen, weten dat ik hen zal missen en de mensen die ik onnoemlijk veel ga missen, weten dat zeker. En de mensen die ik niet zal missen, wel, weet dat dat niet noodzakelijk negatief is. Maar aan jullie denken zal ik sowieso doen. Jullie, diegenen die ik achterlaat, diegenen die ik ken, diegenen die dit nu lezen, diegenen die ik over een half jaar hopelijk terug zie met evenveel vriendschap en/of liefde en liefst minstens evenveel enthousiasme.

 

Jullie aller,

Pieter