zondag 31 januari 2010

Mr. Castles

Drukke dagen voor mij. Maar ik probeer ervoor te zorgen dat ik ’s avonds telkens iets ontspannend te doen heb. Zo is donderdag bijvoorbeeld Tinna from Sweden mee naar huis gekomen om een avondje samen te “hangen”, zoals ze dat hier zeggen. We hebben een gezelschapspel gespeeld, iets wat wel vaker gebeurt ten huize Momma, wat tot veel grappige situaties leidde. Zo heb ik deze week de nickname “Mr. Castles” (vertaling: “Mijnheer Kastelen”) gekregen. Dat is namelijk, grappig genoeg, het dichtst dat ze bij de uitspraak van “Gyssels” geraken. En het staat me eerlijk gezegd best wel aan.

Gisterenavond (vrijdag) zijn we naar een concert van Mark Schultz gaan kijken in Colorado Springs. Dat was een totaal nieuwe ervaring voor mij. Mark is namelijk een Contemporary Christian singer, wat betekent dat de onderwerpen van zijn liederen meestal van christelijke aard zijn. Bijna al zijn nummers zijn echte verhalen die hij zo zou kunnen vertellen, maar die hij dan op muziek heeft gezet. Dit is een typisch kenmerk van de Contemporary Christian Music, die rond de jaren ’60-’70 ontstond in de buurt van Nashville.

Nu, voor alle duidelijkheid, het zijn geen Bijbelse verhalen of een soort preek op muziek. Christian singers schrijven nummers waarin ze zingen over dagdagelijkse situaties, maar met een overtuiging dat God liefde is en iedereen beschermt. Sommige nummers zijn meer een soort lof of dankrede voor iets, maar alles is zeer toegankelijk. Geen enkele keer had ik het idee dat ik in een soort propaganda voor het Christendom zat. Het ging om de basisprincipes van het leven en uiteraard daarbij horend de dood en, ergens tussenin, de liefde. Eerlijk gezegd, als ze deze muziek zouden spelen tijdens een viering, zou ik waarschijnlijk iedere zondag in de kerk zitten.

Mark is heel beroemd in de Verenigde Staten en heeft ondertussen al vijf albums uit. Maar waar is hij ooit begonnen? Jawel, Up With People! Meer zelfs, hij was een host son van Momma in de zomer van 1995. Dat wil zeggen dat we na de show werden uitgenodigd om backstage te gaan en hem te ontmoeten. En ook al is hij nu heel beroemd, hij is nog steeds een even vriendelijke en nederige man. Hij is er in geslaagd om zijn boodschap van liefde en samenhorigheid over te brengen. Zo heeft hij bijvoorbeeld meerdere concerten opgedragen aan goede doelen, zoals ook gisteren het geval was.

Nadien reden we door naar Pueblo, een andere stad in Colorado. Daar wonen Skip en Amy, de dochter van Momma, waar we dit weekend verblijven. We kwamen na het concert uiteraard zeer laat aan en de meisjes sliepen al, dus besloten wij dat ook maar te doen. Ik kreeg Amber’s kamer, waar de kleur Roos koning is en Assepoester koningin. Het was een lekker zacht en warm bed, net naast een kledingrek vol verkleedkleren en een wel heel uitgebreide collectie tutu’s. Ik had een zeer goede nachtrust, iets waar mijn lichaam duidelijk naar gesnakt had.

Vanmorgen waren de meisjes heel blij ons als bezoek te hebben en we hebben dan ook even tijd gehad om samen te spelen. Maar al snel werd het tijd om de auto in te kruipen en op avontuur te gaan. De tocht voerde ons naar Royal Gorge, een prachtige plek in de bergen. Daar hebben ze in 1929 de hoogste hangbrug ter wereld gebouwd. Die brug is nu nog steeds in gebruik, maar dan vooral als toeristische attractie. Er was een soort van stoeltjeslift naar beneden in de ravijn en er was buiten de brug ook een tramlift die over de ravijn ging. Best wel griezelig eigenlijk, maar ook en vooral ongelooflijk mooi.

Na het vele wandelen was iedereen nogal moe en toen besloten we maar een soort picknick te houden met huisgemaakte Chocolate Fudge met pecan noten. Nu ja, niet zozeer een echte picknick, maar eerder gewoon op de grond gaan zitten omdat we allemaal zo moe waren terwijl we iets kleins aten. Uiteindelijk reden we naar huis, waar ik ijverig aan mijn blog ben beginnen schrijven. Morgen een tweede vrije dag. Ik kijk er naar uit!

donderdag 28 januari 2010

This is it.

Dit is wat ik wil doen. Mensen gelukkig maken, de wereld zien, op een podium staan, hard werken… maar vooral: ‘s avonds opgelucht kunnen gaan slapen en liefst met een glimlach op mijn gezicht. En zo weet ik ook dat dat is wat ik hoop te kunnen vinden: een job waarbij ik ‘s avonds met datzelfde gevoel in bed kan kruipen. Een goed gevoel. Een tevredenheid van mijn dag. Hoe fysiek of emotioneel uitputtend het ook mag zijn. Zolang ik maar kan denken, “Ik ben doodmoe na een fantastische dag. Hopelijk volgt er morgen nog zo één!”.

Alhoewel, dit kan nu heel tegenstrijdig klinken, maar er valt echter niet zoveel te vertellen over gisteren en vandaag. Het leek weer even alsof het één enkele dag was. Het is zo grappig dat mijn tijdsbesef echt volledig weg is. Ik dacht dat het vandaag maandag was. Vraag me niet waarom, maar zo gaat het nu eenmaal. In elk geval, we zijn door onze volledige voorstelling geraakt. Dat is goed nieuws, maar tegelijkertijd ook weer niet. Nu pas beseft iedereen hoeveel er nog moet gebeuren. Want, “erdoor geraken” is echt wel de juiste term. Dat is wat ons lukt. Veel meer nog niet echt. Maar dat komt wel. In mijn hoofd hadden we nog twee weken, maar anderhalve week is ook zeker doenbaar. Ik hoop gewoon dat iedereen zijn hoofd erbij houdt.

Gisteren, de 26ste kwam This Is It, de dvd van Michael Jackson’s laatste show, uit. Momma is een heel grote fan, dus onze planning was dan ook weldegelijk: Na UWP rijden we naar de winkel, kopen de dvd, gaan naar huis, eten en kijken naar de film. Het was fantastisch om hem aan het werk te zien en ik herken veel van hem in mezelf: passie, vastberadenheid, motivatie, perfectionisme, bereidwilligheid om hard te werken... Veel dingen. Buiten zijn neus dan. Ik hou het toch maar liever bij de mijne. Maar ik ben nu een nog grotere fan dan ik al was. De film is echt een aanrader, voor iedereen. Hoe dan ook, ik was niet tot veel meer in staat dan in de zetel zitten en kijken, dus ik heb er heel erg van genoten. En het was zalig om eens “vroeg” in bed te kunnen kruipen.

Vanavond ben ik iets gaan drinken met mijn goede vriendin Geneviève-Aude van Quebec, Canada. Ze is zo’n geweldige jongedame. Even tijd maken om samen te praten en vooral even in een andere sfeer te vertoeven, was echt net waar ik nood aan had. Ook al waren we maar anderhalf uur samen, het was een geweldige avond. Het is ook zeer nuttig voor mij om nog eens een avondje Frans te spreken, want die taal lijkt anders nogal te willen ontsnappen uit mijn hoofd. Zoals ook mijn Nederlands trouwens. Dus vergeef me de soms vreemde zinsconstructies, maar moest ik deze blog niet schrijven, dan denk ik dat ik echt volledig zou vervreemden van mijn eigen moedertaal.

Maar aan mijn Bezoekersaantal te zien, heb ik toch precies een paar enthousiaste lezers, dus doe ik maar gewoon lekker verder met het neerpennen van mijn avonturen. Ik wil bij deze ook nog even alle mensen bedanken die een dag hebben gekocht via mijn “Koop de dag” actie. Het is dankzij die mensen dat ik nu hier ben en kan doen wat ik nu doe. Zij zijn die mensen die me met een belachelijk grote glimlach op mijn gezicht laten gaan slapen. En uiteraard zou het leuk zijn om nog meer dagen zien verkocht te worden… Alle hulp is welkom. Al wil je met tien mensen samenleggen voor één dag, het maakt me niet uit. Ik ben iedereen eeuwig dankbaar voor deze kans. En nu, de symbolische veer weer in mijn potje inkt en tot schrijfs!

dinsdag 26 januari 2010

Over hotels en oesters

Zondag was onze Host Family Day en als ik het me goed herinner had ik mezelf voorgenomen om te slapen… wel… euhm, slapen kan ook volgend semester. Toch? Het is enkel, dat dacht ik vorig semester ook, dus uiteindelijk ga ik misschien met een klein slaaptekort komen te zitten. Maar ach, wat is dat, een slaaptekort? Ik zie het liever als “meer tijd om te leven” in plaats van “minder tijd om te slapen”.

Hoe dan ook, ik werd wakker, nam een douche en toen ik de keuken in kwam gewandeld, kreeg ik te horen dat we binnen vijftien minuten zouden vertrekken. Dus, ik neem een snel ontbijt, trek mijn jas aan en stap in de wagen. Ik kreeg te horen dat we naar Estes Park gingen, wat net buiten Denver ligt. In mijn hoofd klonk dat als volgt: we rijden een half uurtje of zo, bezoeken die stad en als we terug komen kan ik dan nog alle dingen doen die ik wou en vooral moest doen. In realiteit ging het als volgt: we reden anderhalf uur tot daar, bleven daar meerdere uren en reden achteraf anderhalf uur terug om thuis te komen toen het al donker was…

Ik heb met andere woorden drie uur in de auto gezeten, wat hier totaal normaal is. Het is zo’n grappig verschil met ons petieterig landje. Als wij drie uur rijden, zitten we sowieso, of we het nu willen of niet, in Frankrijk, Duitsland, Nederland of Luxemburg (of eigenlijk, beter gezegd, voorbij Luxemburg). Toen we vorig weekend bijvoorbeeld een museum “buiten Denver” gingen bezoeken, moest Colleen en co heel erg lachen toen ik plots luidop in de auto zei: “En we zijn in Parijs.” Echt waar, ik had thuis de auto kunnen nemen om zomaar even het Louvre te gaan bezoeken. Het zou op hetzelfde neer komen.

Maar versta me niet verkeerd, ik bedoel daar niets negatiefs mee. Ik was heel blij en ik zit graag in de auto en ook, Colorado is zo’n prachtige staat. Ik kan uren naar de natuur staren. De onmetelijk grote velden, de grote huizen die her en der verspreid staan, de gigantische bomen en op de achtergrond de alomtegenwoordige majestueuze en ongelooflijk mooie bergen.

Nu, om terug te keren naar mijn verhaal van zondag. Na een idyllische rit door de bergen kwamen we aan een groot meer, waar ik onze bestemming van ver zag opdoemen: Het Stanley hotel. Dan pas drong het tot me door wat dit hotel echt was. Het was inderdaad de plaats waar Stephen King ooit was verbleven en waar hij de inspiratie had opgedaan om zijn boek The Shining te schrijven, wat nadien zou verfilmd worden door Stanley Kubrick. Het prachtige decor was dus, tot mijn grote verbazing, echt. Meer nog, het hotel bleek een soort spookhotel te zijn met een zeer grote paranormale activiteit. Het was daardoor dat King tijdens zijn verblijf op dergelijk griezelig verhaal was gekomen.

We bezochten het hotel en daarbij hoorde de “Ghost and History Tour” waarbij een gids je rondleidt en allerlei griezelverhalen vertelt. Zo zou er een geest ronddwalen die met zijn vingers door de (jonge)dames hun haar gaat, in hun nek blaast of hen streelt. Hotelgasten zouden ook regelmatig op de vierde verdieping kinderen horen lachen en door de gang hollen, terwijl er helemaal geen kinderen zijn. Er zijn ook verscheidene foto’s waarop je vreemde schimmen kan zien die zogezegd net voorbij kwamen zweven toen de foto werd genomen. Ik ben te sceptisch voor dergelijke dingen, maar ik heb er heel erg van genoten en me soms toch vragen gesteld bij bepaalde dingen.

Nadien zijn we iets gaan eten in het stadje dat aan de voet van het hotel ligt. Daar heb ik kunnen proeven van de Rocky Mountains Oysters, wat dus de Oesters van de Rocky Mountains zijn. Ik kan me inbeelden dat enkele onder jullie nu beginnen denken: Hmm, ik wist niet dat ze daar oesters hadden in de bergen. Wel, ik ook niet. En eigenlijk zijn het niet echt oesters zoals wij het kennen, maar het gaat hem meer om de naam. Die zogenaamde “oesters” zijn namelijk de testikels van een stier die je op een mooi bordje worden voorgeschoteld. Ik dacht eerst: “Oh help, dit kan ik niet.” Maar je kent mij, het duurde niet lang voor ik dacht dat dit waarschijnlijk de enige kans was dat ik zoiets kon proeven… Dus, ik ging ervoor! En het was eigenlijk lekker, zolang je er maar niet bij nadacht wat je aan het eten was. Vervolgens heb ik als hoofdgerecht edelhert gegeten, wat ook uitmuntend lekker en mals vlees was.

Na de maaltijd hadden we plots zin in een fotoshoot. Vraag me niet waarom, maar soms gebeurt dat nu eenmaal. Estes Park heeft namelijk een speciale fotostudio waar ze je aankleden alsof je terug in het Wilde Westen bent. Je komt binnen, kiest ongeveer wat je wil qua stijl en dan begint het grote verkleedfestijn. Ze hebben een uitgebreid assortiment aan kleren: salondames, cowboys, serveuses, gentlemen,… Nadien wordt iedereen geplaatst in een bepaald decor, in ons geval een saloon en dan nemen ze een namaak oude foto. We hadden zoveel plezier! Het duurde al bij al maar dertig minuten, maar we hebben echt zoveel en hard gelachen. Wederom een onvergetelijke ervaring en de foto is een mooie herinnering. Na het stadje bezocht te hebben, vertrokken we dan terug naar huis, waar we na een lange, mooie dag toekwamen en nog net genoeg energie hadden om in bed te kruipen.

Vandaag dan, begon de race naar onze première, wat wil zeggen dat we voor de eerste keer het eerste deel van de hele show achter elkaar hebben gezet. Ik kreeg de kans voor het eerst met de nieuwe Director te werken, die uit Las Vegas komt en het was super. Heel professioneel, heel verruimend en heel leerrijk. Maar, na een dag als deze ben ik echt zo moe. Daarbij kwam dan nog eens dat we vanavond met een hele groep Michael From Belgium zijn verjaardag zijn gaan vieren in Denver’s Hard Rock Café. Het was een heel leuke en ontspannende avond en ik kruip nu tevreden in mijn bedje, klaar om er morgen weer tegenaan te vliegen!

zondag 24 januari 2010

Van huisloos tot dakloos

Vandaag hadden we ons eerste Community Impact project. Ik ben nu al een paar weken huisloos en daar kan ik perfect mee leven, maar dakloos worden zie ik precies toch iets minder zitten. Niet dat ik daar op neerkijk, helemaal niet, maar na vandaag ben ik toch wel overtuigd dat dat iets is wat ik liever niet zou willen. In elk geval, het thema van het gehele project was dus dakloosheid, wat verder werd opgedeeld in kleinere projecten. We konden ons op voorhand inschrijven voor één van de zes opties, waaronder onder andere eten verdelen, provisie inventariseren, in een gespecialiseerde shelter voor kinderen gaan eten maken en met hen buiten spelen, in een gespecialiseerde shelter voor mensen van Afrikaanse origine gaan helpen of de straat opgaan en daklozen aanspreken.

Alle projecten leken me interessant, maar het ongeorganiseerde van dat laatste project sprak me het meeste aan. Alle andere groepen gingen naar een bepaalde organisatie waar verantwoordelijken ons zouden begeleiden bij het werk dat we verwacht werden te doen. Mijn groep daarentegen kreeg een korte training door twee vrijwilligers die gewoon waren dat werk te doen en nadien werden we de straat op gestuurd in groepjes van twee of drie. De bedoeling was dat we ieder een ander deel van de stad voor onze rekening namen en daar iedere dakloze, meerbepaald iedere dakloze die aan het bedelen was, aanspraken die we tegenkwamen.

We hadden een vragenlijst meegekregen die we per dakloze moesten proberen in te invullen. Ik gebruik bewust het woord “proberen”, omdat het helemaal niet gemakkelijk is om zomaar even een gesprek aan te knopen met een dakloze, laat staan ze te overtuigen om een vragenlijst te beantwoorden. Zeker niet als er vragen bij zijn als, “Hoeveel verdient u gemiddeld per dag?” en vooral “Waar spendeert u dat geld aan?”. Tot mijn verbazing echter leidde deze actie tot vele interessante en zelfs bijna warme gesprekken.

Ja, er zijn altijd diegenen die je negeren, weglopen of zelfs boos worden, maar dat is niet de enige reactie die je krijgt. De enige ongemakkelijk reactie die we kregen, was een man die op ons begon te roepen dat we hem met rust moesten laten en dat we alle Mexicanen terug naar Mexico moesten sturen, zodat hij ten minste als echt Amerikaan een job zou kunnen hebben. En daarnaast was er ook één man die, terwijl ik alleen op hem afliep, plots, zonder me aan te kijken, zei: “You take one more step and you’re dead meat”, waarop ik wijselijk besloot me onmiddellijk om te draaien en op mijn stappen terug te keren. Maar dat was een uitzondering en zoals ik zei, waren de meeste gesprekken, positief of negatief, heel fascinerend.

Na de gesprekken werden we verwacht in de Denver Resue Mission shelter op de Lawrence street in hartje Denver. Deze daklozenshelter werkt samen met andere instanties aan het tienjarenplan ‘Denver’s Road Home’. De stad Denver heeft zich namelijk de missie gegeven om tegen 2015 een einde te brengen aan de dakloosheid in de stad. Dit houdt in dat ze 3193 permanente woonmogelijkheden willen creëren, een preventiecampagne op poten willen zetten om mensen weg te houden van de straten, een opleiding willen aanbieden aan 580 mensen om hen betere spelers te maken op de arbeidmarkt en zo verder. Ik had er totaal geen besef van dat zestig percent van de daklozen families met kinderen zijn en dat veertig percent eigenlijk een job heeft, maar dat die inkomsten niet voldoende zijn om van te leven. Hoe dan ook, moest je hier meer over willen lezen, verwijs ik je graag door naar de zeer duidelijke en informatieve website van dit project: www.denversroadhome.org

In de shelter kregen we een rondleiding van een fantastische gids, die achtenveertig jaar oud is en zijn hele leven lang in en uit ontwenningsklinieken en daklozenshelters geraakt is. Nu werkt hij zelf in zo’n shelter en helpt hij dag in dag uit andere daklozen met het overwinnen van hun drank- en/of drugsverslaving. Tijdens de rondleiding kregen we onder andere de slaapzaal te zien waar ze iedere nacht driehonderd mannen een bed aanboden, alsook de keuken die normaalgezien voorzien is voor het bereiden van vierhonderd maaltijden, maar waar er rond de duizend mensen per dag een maaltijd wordt aangeboden. Verder is er ook een kapel waar ze iedere morgen en avond een viering houden, die niet verbonden is aan een specifieke Godsdienst en waar iedereen dus vrij is te bidden voor wat hij gelooft. In diezelfde ruimte worden ook cursussen gegeven over allerlei onderwerpen die de daklozen moet bewust maken van hun situatie en hen wil helpen hun eigen leven terug in handen te kunnen en durven nemen. Eerder confronterend waren de toiletten, waar nergens deuren aan zijn, omdat er anders zich mensen in opsluiten om drugs te nemen en de douches die eigenlijk gewoon uit één grote ruimte bestaat met veertig douchekoppen. Na de rondleiding kwamen we met alle groepen weer samen voor een nabespreking en een getuigenis van één van de werknemers en toen zat de zowel fysiek als mentale zware dag erop.

Het was een fantastische en onvergetelijke ervaring en op de terugweg naar huis herbeleefde ik plots alle CI projecten van vorig semester. Hoe we ooit met Cast B’09 in een vluchthuis voor vrouwen hadden gewerkt en nadien betraande glimlachende gezichten te zien kregen die ons omhelsden en onophoudelijk dankten. Hoe we op de pediatrische afdeling van een ziekenhuis cliniclowns hadden gespeeld of met straatkinderen in Mexico hadden gewerkt. Hoe we de bewoners van een rusthuis een onvergetelijke dag bezorgden of simpelweg een kerk of gemeenschapscentrum gingen schilderen. Hoe we een strand opkuisten, paden heraanlegden, bomen plantten… Het zijn stuk voor stuk dingen die me altijd zullen bijblijven. Je een hele dag kapot werken, omdat je weet dat je zoveel mensen gelukkig maakt, je ongetwijfeld een impact hebt gemaakt op de rest van hun leven en omdat je ergens hoopt dat je hen hebt doen inzien dat zij zelf hun toekomst kunnen bepalen. Het gevoel is onbeschrijflijk.

zaterdag 23 januari 2010

TGIF!

Hmm, misschien was ik iets te enthousiast met mijn “Tot snel!”. Maar ik was er dan ook niet op voorzien dat ik plots een week lang zonder internet zou komen te zitten. Maar laat ik niet bij de pakken blijven zitten, want nu dat probleem van de baan is, heb ik wat inhaalwerk te doen.

Vorig weekend verliep heel goed en het was (zoals alles hier) veel te snel voorbij. Ik had veel plezier met de meisjes en het voelde zo goed aan om eindelijk nog eens met Amy te kunnen spreken. Ze is echt een fantastische vrouw en een onwaarschijnlijk goede moeder en ik ben dankbaar dat ik op zo’n korte tijd weer zoveel van haar heb kunnen leren. Het is hartverwarmend te zien hoe trots Momma op haar dochter is en hoe Jug rondloopt met pretoogjes als zijn kleindochtertjes in huis zijn. Ik kwam trouwens net te weten tijdens het avondeten dat ze dit huis gekocht hebben op Valentijnsdag, dus misschien vandaar dat er zo veel liefde heerst in dit huis. Of zoiets.

We zijn zaterdag naar het museum van Westerse kunst gegaan. Een prachtige plaats met een grote, mooi onderhouden tuin vol standbeelden waar je in kan wandelen en binnen is er een zeer grote collectie schilderen en beeldhouwwerken van voornamelijk Amerikaanse landschapsschilders te bewonderen. Ik was heel erg onder de indruk van Bill Hughes en John Schoenherr en maakte een aangename nieuwe ontdekking met de expressionistische Fritz Scholder. Verder snap ik nu eindelijk de subliminal feeling en liep een hele dag met een grote glimlach op mijn gezicht terwijl menig quote uit twintigste-eeuwse postmoderne cursussen door mijn hoofd flitsten…

Maandag was een belangrijke dag. Het was namelijk Martin Luther King Day, wat een nationale feestdag is in de Verenigde Staten. Wij, met Up With People, hebben deelgenomen aan de grote Marade die ze ieder jaar houden. Een Marade is een combinatie van een March en een Parade, dus een politieke mars maar dan met veel kleuren, gelach, muziek en gezang. Het was een zeer vernieuwende ervaring voor mij om deel te nemen aan een mars en ik heb erg genoten van alle interessante gesprekken die ik heb gevoerd met mensen van alle mogelijk culturen. Ik vind het geruststellend te weten dat zovele mensen nog steeds dezelfde droom nastreven als die van Martin Luther King.

Nadien ging alles zeer snel, wat volgens mij niets nieuws is, maar goed ik wou het toch maar even vermelden. Het is vreemd hoe het soms lijkt alsof de dagen in elkaar overvloeien. Ik ben doodop, maar zo gelukkig met alle kansen die ik krijg en dan ook met beiden handen aanneem. Het gevolg is dat ik ondertussen wel al vier avonden in slaap ben gevallen in de zetel terwijl we allemaal samen in het salon zaten, maar dat werd me met een lieve glimlach vergeven. Ik kijk uit naar zondag, onze vrije dag, die ik volgens mij grotendeels ga opvullen met dat ondertussen mij vreemd in de oren klinkende werkwoord “slapen”. Of dat zeg ik nu toch.

Een hoogtepunt van de voorbije week was Up With People’s Culture Jam, die plaatsvond op woensdagavond. Het is een soort mini spektakel waarin alle studenten iets mogen brengen dat iets te maken heeft met zijn/haar cultuur, of dat nu zang, dans of een sketch is. Aangezien er veertien Belgische studenten zijn (jawel, dat leest u goed, veertien!) was er het idee om iets samen op poten te zetten. Nu, het is belangrijk om te vermelden dat ik de enige Vlaming ben van die veertien studenten. Dus, had ik het voorstel dat zij hun groot Franstalig geweld loslieten op de groep, terwijl ik koos voor een sober en integer Vlaams lied. Het werd, tot mijn eigen grote verbazing, Afscheid van een Vriend van onze alom geliefde Belgische groep Clouseau. Het fascinerende was dat ik nadien heel veel positieve reacties kreeg van het publiek. Mensen die op me afkwamen om me proficiat te wensen en te zeggen dat ze kippenvel hadden gekregen tijdens mijn optreden. Ook al hadden ze helemaal geen idee waarover ik zong, toch raakte het hen. Maar dat lag uiteraard ook voor een groot deel aan mijn broer Paul, die me begeleide op zijn gitaar en zelf een nieuwe intro had gemaakt.

Verder niets speciaals noemenswaardig of toch niets dringends en dat zeg ik vooral ook omdat ik nog zoveel dingen moet doen, terwijl mijn bed me nu reeds roept. En hoewel ik morgen een dag ga werken, ben ik toch blij dat het nu vrijdag is. Ik weet niet wat het is met die dag, maar het geeft mensen een goed gevoel. In de VS hebben ze daarvoor zelfs een uitdrukking, namelijk “TGIF!” wat ze dus echt uitspreken als [tie djie aai ef] en de afkorting is van “Thank God It’s Friday!” Een zoveelste nieuw klein detail van deze enorme, verrassend blijvende en hoogst interessante cultuur. Ik krijg er niet genoeg van!

vrijdag 15 januari 2010

Kleine-meisjes-invasie

De week verloopt heel vlot, zo vlot dat het weer lijkt voorbij te vliegen. De semi-audities verliepen goed, de eerste lessen ook en de workshops zijn weer lekker verrijkend en uitdagend. Ik probeer me aan te passen aan de nieuwe situatie en kijk er naar uit wat te kunnen genieten van de tijd hier. Nu lukt dat nog niet, omdat er nog iets teveel stress in mijn hoofd zit. Up With People heeft namelijk beslist om de show dit semester nog een niveau hoger te brengen en het nog professioneler aan te pakken. Daarvoor hebben ze speciaal twee mensen aangenomen, die bekend zijn omdat ze shows die al geweldig zijn nog geweldiger maken. Ik vond het in elk geval heel grappig te horen dat één van de twee in Las Vegas woont. Hoe dan ook, ik ben heel tevreden met het professionalisme, ook al is dat soms wat hard. Ze zeggen dat we het meer de Broadway-style gaan doen, dus ik ben heel benieuwd.

Zo heb ik bijvoorbeeld morgen nog een extra auditie, waarbij ik een zelfgekozen nummer moet brengen. Uit de vijf nummers die ze me hebben gegeven, mag ik er één uitkiezen, voorbereiden en dan morgen komen brengen voor de verantwoordelijke. Dat filmpje wordt dan opgestuurd naar Las Vegas, waar het blijkbaar zal bekeken en besproken worden. Het is best wel griezelig, maar ik vind het een leuke nieuwe ervaring. Ik probeer mezelf er ook blijven aan te herinneren dat ik niets te verliezen heb, dus ik ga me morgen gewoon volledig geven (gewoon “gáán!” als het ware) en dan zien we wel waar dat uitkomt.

Vanavond zijn Momma’s dochter Amy en schoonzoon Skip toegekomen, met hun twee aanbiddelijk schattige dochtertjes Amber (4 jaar oud) en Alana (volgende maand 2 jaar). Ga zeker eens kijken op de blog die Amy over hen bijhoudt, het doet me keer op keer glimlachen! Je vindt de link ‘Amber & Alana’ bij mijn favoriete links, rechts op deze pagina. Ze komen voor het weekend naar hier, dus dat wordt weer een lekker warm en druk huis.

De titel van dit bericht verwijst dan ook gedeeltelijk naar hen, maar ook naar dat andere kleine meisje, dat aan de andere kant van de wereld op mij zit te wachten… Ik ben nu namelijk bezig aan een heuse tiendaagse, die gesponsord werd door mijn petekindje Lara. Zij heeft via mijn ‘Koop de dag!’-actie tien opeenvolgende dagen gekocht, van 13 tot en met 22 januari, een tijd waar ik heel erg van geniet en waar ik haar heel dankbaar om ben. Dankjewel Laraatje, Pepi (zo noemt het kleine monster mij, het is een zelf uitgevonden samenvoegsel van PEter PIeter) denkt aan jou en ik kijk er naar uit samen te spelen als ik terug ben. En zoals ik tegen haar en iedereen zei toen ik vertrok, sluit ik nu ook dit blogbericht af met de enthousiaste woorden: Tot snel!

dinsdag 12 januari 2010

Een goede start!

De Opening Session verliep zeer goed en de receptie achteraf was gezellig. Cast A’10 bestaat echt uit heel leuke mensen en het ziet ernaar uit dat we een sterke groep gaan worden. Vandaag, de eerste “echte” dag, verliep dan ook zeer vlot. We hadden onze eerste lessen, psychologische sessies en zelfs al een uur repetitie om de nieuwe studenten een voorsmaakje te geven van de show. Er zijn nieuwe, heel leuke nummers in de show en ik kijk er al naar uit weer uren te staan dansen. Niet alleen omdat ik nu ontdekt heb dat dat echt een passie is van mij, maar ook omdat er, na drie maand stilliggen door mijn gebroken, wat vetmassa is bijgekomen dat er dringend weer afmag.

Maar voor de vele dansworkshops er weer aankomen, is het morgen eerst tijd voor de gevreesde “modules” (lees: audities-die-we-geen-audities-willen-noemen-want-anders-klinkt-het-te-griezelig). Dus kruip ik maar op tijd in bed, zodat ik morgen scherp sta om het beste van mezelf te geven. Maar voor ik dat doe, wou ik nog snel even iedereen bedanken die nu reeds een dag heeft gekocht. Ik had niet durven hopen dat mijn “Koop de dag!” idee zo snel zou aanslaan. Echt heel erg bedankt! Check jullie naam op de kalender, die jullie vinden door op de “Koop de dag!” link te klikken. Zo weten diegenen die een dag willen kopen nu welke dagen er niet meer beschikbaar zijn. Ik herhaal nog eens dat suggesties ook altijd welkom zijn. En nu: Bedtime!

zondag 10 januari 2010

Koop de dag!

Vandaag was onze eerste Host Family Day. Momma Colleen besloot om onze maand Denver te starten met het traditionele bezoekje aan Costco. Mijn nieuwe roommate Paul (Florida) was er ook volledig klaar voor en stond zonder problemen op, klaar om aan een nieuwe dag te beginnen. Ik zit ondertussen na drie nachten nog steeds met een jet lag en ik heb het gevoel dat ik het moeilijker heb dan hem om me de dag door te krijgen. Dus, respect voor Paul! Maar zeker niet enkel om die reden. Paul zingt, speelt gitaar en piano en heeft al muziek gemaakt die hij verkocht heeft via iTunes als sponsoring voor UWP. Hij lijkt me echt een geweldige jongen en het klikte onmiddellijk tussen ons.

Na Costco zijn we gaan eten in een heel mooie Fifties Diner. Je stapt er binnen en het lijkt echt alsof je een stapje terugzet in de tijd. Een fantastisch jaren vijftig décor met personeel met bijhorende outfits. Echt super! Ik moet toegeven dat ik het wat moeilijk had een hamburger door te spoelen met een chocolademilkshake, maar je kent mij, ik ga nooit een culture ervaring uit de weg! We rondden onze dag af met een bezoekje aan Cherry Creek, wat het meest prestigieuze winkelcentrum van Denver is, om uiteindelijk Manuel (México) te gaan ophalen aan de luchthaven. Het was een zeer warm en broederlijk weerzien.

We zijn inderdaad veel gaan kopen vandaag, maar daar verwijst de titel van dit blogbericht niet naar. Het is eerder een soort persiflage op de levensleuze: Pluk de dag! Namelijk, geniet van het leven, van ieder moment dat je kan, grijp elke kans die je kan met beide handen en maak er het meeste van! Wel, dat is precies wat ik aan het doen ben. Ik beleef hier de tijd van mijn leven, net als vorig semester. Ik kijk er naar uit om weer een half jaar lang een impact te hebben op zoveel mensen. Hen te helpen inzien dat iedereen de kans en het recht heeft zijn leven in eigen handen te nemen en zelf zijn toekomst te bepalen. Ik wil mensen zien groeien terwijl ik ervaar hoe ik ondertussen zelf meegroei en mijzelf overstijgen door me iedere dag weer uit te dagen en te dwingen om verder te gaan dan alles wat ik ken, alles wat ik ooit gedaan heb.

Spijtig genoeg is zo’n ervaring niet gratis en daarom wil ik graag jullie hulp inroepen. Het eerste semester was al zeer moeilijk om budgettair rond te krijgen, maar dit tweede semester is echt een nog grotere uitdaging. Zo heb ik nu zelfs een lening genomen om hier te kunnen zijn, is mijn spaarrekening leeg en mijn zichtrekening ook bijna. Ik kwam daarom op het volgende sponsoridee: Koop de dag!

Jullie kunnen beslissen een dag te kopen van mijn tijd hier. Je koopt een dag van mijn semester, waardoor ik de kans krijg om hier te zijn. Je kiest een dag uit waarop jij zegt: dit is mijn dag, de dag dat ik ervoor heb gezorgd dat Pieter daar kan zijn waar hij nu is en kan doen wat hij nu doet. Dankzij jou kan ik die dag beleven en weet ik dat die dag een geschenk is van jou dat ik nooit zal vergeten.

Hier rechts op de pagina vind je onder de rubriek “Mijn favoriete links” de link “Koop de dag!”. Als je daarop klikt, word je doorverbonden met mijn Google Agenda. Daar kies je de dag die jij wil sponsoren, die jij mij wil geven en laat me dat weten. Je stuurt me dan een mailtje op pietergyssels@hotmail.com waarin je je naam vermeldt, alsook de dag die je wil sponsoren. Voor iedere dag die je wil kopen, vraag ik een minimum van tien euro. Uiteraard mag je er ook meer dan één kopen of mag je samen leggen met meerdere mensen om een dag te kopen. Zorg gewoon dat ik dan zeker alle e-mailadressen krijg van mijn fantastische weldoeners. Ik stuur je dan een e-mail terug met het rekeningnummer waarop je het geld kan storten en zet je naam op de agenda. Zo kan iedereen zien wiens dag het is en welke dagen er daardoor ook genomen zijn. Op die manier kan iedereen zien dankzij wie ik die bepaalde dag aan het beleven ben.

Ik hoop echt dat dit systeem werkt voor mij. Ik weet dat het in het verleden reeds gebruikt is door andere studenten. Hoe dan ook, moest je vragen of suggesties hebben, laat het me dan zeker weten via een mailtje op het bovenstaand adres. Ik apprecieer alle hulp!

Goed, tot zover dit bericht. Morgen is het Opening Session, wat telkens een zeer groot event is en ik ben heel benieuwd te zien wat ze allemaal voor ons in petto hebben. Ik wou ook nog even zeggen dat ik dankzij de bezoekersaantalmeter die ik op mijn blog heb geplaatst (zie rechterkolom) nu een zeker idee heb hoeveel mensen mijn blog bezoeken en ik moet zeggen dat ik nu reeds indrukwekkend vind. Bij deze bedankt daarvoor en gewoon in het algemeen bedankt voor al jullie steun.

zaterdag 9 januari 2010

Aankomstdag (The Sequel)

Vandaag was het aankomstdag. Voor mij was het de tweede, na vorig jaar. En vreemd genoeg was het nu eigenlijk moeilijker dan vorig jaar. Het is zeer leuk om alle nieuwsgierige en enthousiaste nieuwe studenten te zien binnenstromen, maar ergens was het zeer ongemakkelijk. Ik zat echt met een dubbel gevoel, omdat ik enerzijds heel blij was mijn nieuwe cast te ontmoeten, maar anderzijds gewoon heel erg “mijn” cast miste.

Er was trouwens een groot deel van de studenten van mijn cast aanwezig (en dan spreek ik dus over Cast B’09, voor alle duidelijkheid). Zo waren er Leslie (Arizona), Annie (Arkansas) en Breton (Nebraska) die nu deel uitmaken van de road staff en dus zes maand lang met mij zullen rondtrekken. Ook Dylan (Washington) en Caitlin (Wyoming) zullen mee rondtrekken als Second Semester Students, net als ik. Verder waren er Tinna (Zweden), Kyle (South Dakota), Sarah (Colorado) en Aude (Canada) die zullen helpen tijdens staging. Dan nog Drew (Colorado) en Shelsea (California) die op voorpost zullen gaan om steden voor te bereiden waar wij naartoe trekken. En uiteindelijk waren Kelsey (Colorado) en Gifford (Idaho) gewoon op bezoek.

Het was echt super om hen allemaal teruggezien en er werd dan ook duchtig geroepen, gelachen, geknuffeld en in-elkaars-armen-gesprongen. Het zijn stuk voor stuk fantastische mensen en ik ben zo blij dat ik de kans kreeg ze terug te zien. Maar zoals ik zei, is het vreemd om nu met twee groepen mensen te zitten. Hoewel het één cast is, bestaat het voor mij uit het deel dat ik al ken en het overgrote deel dat ik nog zal leren kennen. Alhoewel het in al mijn sociale enthousiasme al goed gelukt is om toch even met het merendeel van de groep te praten. En met bepaalde mensen klikte het zelfs onmiddellijk. Zo was ik heel erg verbaasd dat de persoon die ik nu al een vriend zou durven noemen, een jongen uit Brussel is, meerbepaald Jette, die Michael heet.

Ik kijk er naar uit weer zoveel nieuwe mensen te leren kennen en ieders verhaal te ontdekken. Het wordt zonder twijfel wederom een verrijkende ervaring en hopelijk één die deze keer een volledig semester mag duren…

vrijdag 8 januari 2010

Game Over. Try Again.

In tegenstelling tot het Duracell konijn, ben ik niet blijven doorgaan… Alhoewel, in bepaalde opzichten dan weer wel, maar dat is voor later. Eerst is het mijn plicht het verhaal af te maken, waar ik zo enthousiast aan begonnen was. Ja, ik besef dat ik plots meer dan drie maand heb stilgelegen en daar wil ik mij voor verontschuldigen. Hieronder zal ik de verklaring geven voor mijn plotse stilte, maar eerst ga ik voort waar ik gestopt was:

Na Veracruz bracht de reis ons naar Puebla, een wondermooie stad die terecht op de werelderfgoedlijst van de UNESCO staat en zeker een aanrader is voor iedereen die van prachtige architectuur houdt. Daar kwam ik terecht bij een alweer fantastische familie met twee coole dochters, Lorena en Ana Fernanda, waar ik het onmiddellijk goed mee kon vinden. Mijn roommate was Paul, de Dance Captain en dat klikte uiteraard voordien al zeer goed, maar die week gaf ons echt tijd om ook eens rustig te kunnen praten in plaats van enkel samen te repeteren.

Nu, het belangrijkste voor mij tijdens die week was mijn Intern Project, mijn “afstudeerproject” als Music Intern. Ik en mijn mede-Production-Interns, zijnde Leslie (Dance Intern) en Sarah (Show Intern), hadden hier weken naartoe geleefd en waren er echt klaar voor om de cast en staff een supershow voor te schotelen. De extra stress was dat we die week bezoek hadden van Choreograaf Ken en Musical Director Michael, wat Leslie en mij toch nog nét iets meer het gevoel gaf dat dit zeer goed moest zijn. Wel, het was ook zo. Al zeg ik het zelf. We kregen een staande ovatie, iedereen was dolenthousiast, cast zowel als staff. En onze groep had echt een geweldig optreden gegeven, waarvoor ik hen eeuwig dankbaar zal zijn.

Maar. En dit is niet zomaar een maar. Na deze grote overwinning, die toch wel één van de grootste is uit mijn tot nu toe nog redelijk korte leventje (de Musical Director kwam me persoonlijk proficiat wensen met wat ik bereikt had en me zeggen dat hij vond dat ik talent had) kwam de grote ommekeer. Ze zeggen altijd: hoe hoger je gaat, hoe lager je kan vallen. En dat is dan ook exact wat ik deed… In al ons enthousiasme begonnen Leslie, Sarah en ik roepend, joelend en klappend op en neer te springen terwijl we onze groep tegemoet liepen. Wij hadden de hele tijd achteraan gezeten om de reactie van het publiek te kunnen zien en begaven ons nu dolenthousiast naar het podium, over de lange rij trappen…

Zoals de meeste weten, is enthousiasme bij mij meestal een understatement. In mijn geval is dat meestal nog nét iets meer dan een doorsnee persoon en toen was ik echt door het dolle heen. Maar aan mijn vreugd kwam zeer snel een einde, toen ik om een of andere reden de laatste trap miste, mijn voet omsloeg en er met mijn hele gewicht op terecht kwam, zodat ik een, in slow motion waarschijnlijk zeer vermakelijke en spectaculaire, val maakte. Emilie heeft nadien in elk geval nog zeker een half uur de slappe lach gehad, omdat volgens haar standpunt van op het podium zij mij dartel zag komen aanhuppelen en dan plots met een filmisch “Noooooo…”-gezicht zag verdwijnen in het niets. Achja. Het moet in mijn geval ook allemaal net iets dramatischer.

Hoe dan ook, daar lag ik dan. Een oorverdovende pijnscheut ( ) ging door mijn lichaam. Maar ik stond op, glimlachte, hinkte het podium op met mijn lieftallige collega’s en boog voor het meer dan vriendelijke publiek dat ons bleef toejuichen. Nadat het applaus was uitgestorven, sleepte ik mezelf van de scene en viel backstage neer van de pijn. Leslie, die verpleegster is in het dagelijkse leven, kwam naar me toegelopen, knielde neer en had onmiddellijk door dat dit niet “zomaar” een boboke was. Paul werd er bijgehaald en Timothy, die studeert voor dokter en er werd besloten er een man met een witte jas bij te halen. Puur informatief, we waren ongeveer twee uur verwijderd van de show, want jawel het was weer tijd voor een geweldige Show Day. Of zoiets.

Ik werd onderzocht en de dokter zei dat ik gewoon een verstuikte enkel had of misschien iets aan mijn ligament, maar dat het niet zo ernstig was. Er werd zalf op gedaan tegen de zwelling, ik kreeg een verband rond mijn enkel en tot slot kreeg ik een paar pijnstillers toegestopt. Hoewel het nu leek dat alles was opgelost, werd er bijna iets belangrijks over het hoofd gezien: de show. Ik kon onmogelijk het podium op, aangezien ik niet op mijn voet kon steunen. En me in mijn rolstoel op scene rijden had nu misschien net iets teveel geleken alsof we op het gevoel van het publiek wilden inspelen. Er werd dus beslist dat ik die avond niet zou meedoen, maar vanuit de zaal zou kijken. Het Production Team begon aan de interessante nieuwe uitdaging om mij in alle nummers te vervangen en het was zeer fascinerend te zien hoe ze daar op zo’n korte tijd in zijn geslaagd. Bepaalde nummers zoals de Love Medley werden zelfs helemaal omgebouwd tot een puur gezongen stuk, aangezien ze niet opeens een jongen konden aanleren het geheel te zingen en dansen tegelijkertijd.

Hoe het ook zij, het kwam er dus op neer dat ik in de zaal zat te kijken naar mijn ongelooflijke cast, die een prachtprestatie leverden. Ik moet wel zeggen dat het een zeer vreemd gevoel was om daar te zitten. Hoewel ik er enerzijds van genoot, was er anderzijds ook een zeer grote frustratie daar zelf niet te staan. Maar dat had echt niet gelukt. Ik sukkelde namelijk nadien nog een dag met mijn host family toen we een mooi klein stadje gingen bezoeken. Dat stadje had een piramide waarop, na de overname van de Spanjaarden, door diezelfde cultuurbarbaren, een kerk was op gebouwd. Koppig als ik was, besloot ik de hele piramide te beklimmen met mijn krukken, die ik tegen dan had gekregen.

In diezelfde toestand maakte ik ook de overgang naar mijn nieuwe familie in México City en ik had medelijden met hen dat zij een semi-gehandicapt jongetje in handen moeten nemen. Voor mensen die weten dat ik een zeer groot probleem heb met het verlies van controle over dingen en het afhankelijkheid zijn van mensen, was dit voor mij emotioneel een ramp. Verder, was het ook gewoon fysiek onhandelbaar. En hoewel mij werd gezegd dat ik geduld moest hebben (nog zo één van mijn slechte eigenschappen) en dat de pijn wel zou wegtrekken, besloot ik naar het ziekenhuis te stappen.

Daar kreeg ik, na vijf dagen te hebben afgezien, te horen dat ik de basis van mijn vijfde metatarsaal had gebroken. Op dat moment had ik totaal geen besef wat dat betekende, maar ik kan je zeggen dat ik wel doorhad dat dat geen goed nieuws was. Mijn voet was dus gebroken en de dokter was heel erg verbaasd te horen dat ik daar nog vijf dagen mee had kunnen rondlopen. Aangezien ik niet wou overkomen als de kleinzerige jongen en ik ben opgevoed niet te zagen over het kleinste pijntje, had ik maar flink op mijn tanden gebeten. Hmm. Misschien had ik dat beter niet gedaan. Achja.

Ik kreeg dus te horen dat ik een gebroken voet had en daarmee vier tot acht weken in het gips moest. Ik denk dat dat het meest afschuwelijke nieuws was dat ik ooit heb gekregen. Ik zou kunnen zeggen dat ik triest was of boos of verward of teleurgesteld of gefrustreerd. Wel, ik denk dat ik dat allemaal tegelijk was. En nog veel meer. Op de koop toe werd ik ongeveer gegijzeld in het ziekenhuis. Ik kreeg namelijk geen factuur mee, maar moest daar onmiddellijk betalen. Ik probeerde hen duidelijk te maken dat ik geen 2000 peso’s bij me had, wat ze ergens nog wel konden begrijpen. Maar als ik dan mijn Visa bovenhaalde en wou betalen, bleek hun betaalautomaat niet te werken. Met andere woorden, ik kon dus niet betalen.

Toch, wilden ze me niet laten gaan. Ik vroeg hen me de overschrijving mee te geven en zei hen dat ik dat thuis wel zou betalen, maar ze geloofden me niet en zeiden dat ik dan gewoon ging weglopen zonder te betalen. Hen verzekeren dat ik dat niet zou doen, dat ik een betrouwbare jongen was, hielp niet. Dus, stelde één van de personeelsleden voor met mij naar een bank te rijden, zodat ik geld kon afhalen. Maar het is niet mogelijk om 2000 peso’s in af te halen, aangezien er limiet op mijn bankrekening staat. Daarenboven vond ik het gewoon al vreemd en ergens gevaarlijk dat er iemand met mij naar een bank zou rijden en dat ik hen dan wel zou moeten vertrouwen om samen geld te gaan afhalen. Dus, dat idee werd afgekeurd.

Het kwam er dus op neer dat we vastzaten. Ik kon niet betalen omdat hun automaat niet werkte en zij lieten me niet gaan voordat ik betaalde. Er stond ook echt een security agent voor de deur die ervoor moest zorgen dat ik niet plots zou weglopen. Blijkbaar waren ze even het kleine detail vergeten dat mijn voet op dat moment net in de gips zat, maar goed.

Er werd een manager bijgehaald. Die manager kon geen Engels. Even terzijde, zo kon ook geen enkele, maar dan ook geen enkele van al de andere mensen die mij “geholpen” hadden. Ik stond daar dus, ondertussen al meer dan twee uur, een discussie te voeren in het Spaans… terwijl ik geen Spaans spreek! De manager dreigde de politie te bellen. Ik… was laaiend enthousiast! En zei haar dat de politie zeer blij zou zijn te horen dat ik daar gegijzeld werd. Vraag me niet hoe ik dat verwoord heb met mijn zelf-aangeleerd-namaak-Spaans, maar het moest duidelijk zijn, want aan haar gezicht te zien, besefte ze dat zij hier in de fout was. Ik wou betalen. Zij hadden gewoon de middelen niet.

Er werd een tweede manager bijgehaald. Tot mijn grote verrassing, kon deze ook geen enkel woord Engels. En raar maar waar, zelfs de derde sloeg er niet in ook maar één samenhangende zin te produceren. Ondertussen, na vijf weken México, verstond ik wel genoeg Spaans om te weten wat ze tegen elkaar zeiden en dat speelde in mijn voordeel. Hoe leuk het is om te reageren op wat mensen over jou zeggen in een andere taal, terwijl zij denken dat je hen niet verstaat! Daar zat ik dus. In een klein, afgesloten lokaaltje waar ze mij speciaal hadden binnengeloodst omdat ik mijn stem was beginnen verheffen in de lobby (wat wil je, na ondertussen al meer dan vier uur behandeld te worden als één of andere crimineel), zodat ze mij daar rustig konden duidelijk maken dat ik moest betalen of ze lieten me niet gaan.

Dan, plots, was hij daar. De redder in nood. Een toevallige passant in dit verhaal, doch op dat moment werd hij getransformeerd tot een held in een semi-episch verhaal. Eén of andere technicus, die één of ander defect toestel was komen repareren, werd het lokaaltje binnengeleid. Jawel, daar was hij dan: De Man Die Engels Kon Spreken! Halleluja! Er werd eindelijk een dialoog gevoerd. Je weet wel, zo eentje waarbij de ene persoon iets zegt en de andere daar op reageert. Maar het interessante aan deze conversatie was, dat de andere nu wist wat de ene zei en daardoor dan ook een relevant antwoord kon geven. De wondere wereld van taal. Daarom heb ik mij dan vier jaar door Taalkunde aan de universiteit gesleurd, denk ik dan.

Het duurde tien minuten. De man leidde me naar het eerste verdiep van het ziekenhuis. We stapten samen de onafhankelijke apotheker binnen, die in hetzelfde gebouw als het ziekenhuis was gevestigd. Ik stak mijn kaart in hun betaalautomaat en betaalde het gevraagde bedrag, dat zij op hun beurt zouden doorstorten aan het ziekenhuis. En na bijna vijf uur verliet ik het ziekenhuis, met waarschijnlijk de meest interessante culture shock ooit en, geef toe, een fantastisch verhaal voor achteraf.

In elk geval, gebeurde nadien alles zeer snel. Voor ik het wist, werd ik gerepatrieerd door EuropAssitance en na een vlucht in business class (wat zeker niet onaangenaam was) met Air France en een taxi vanuit Parijs, kwam ik een dag later thuis aan.

En dat, is waar ik tot woensdag heb gezeten. Eerst zei men mij vier weken gips, dan werden het zes, plots waren het er acht. De hoop die er eerst nog was om te kunnen terugkeren naar mijn cast en hen te vervoegen in Polen of Duitsland, werd de grond ingeboord. Ik bleef thuis. Mijn avontuur zat er op. Game Over.

De periode thuis was heel verwarrend, van het begin tot het einde. Ik denk dat het enige toepasbare woord liminaliteit is. Dagenlang, wekenlang, maandenlang werd ik door al mijn eigen slechte eigenschappen, die me nu als een soort van horde demonen kwamen teisteren, achtervolgd: geen controle hebben, afhankelijk zijn en geduld. Ik ging er kapot aan. De eerste twee weken heb ik gewoon… gelegen. Van ’s ochtends tot ’s avonds. In combinatie met mijn jetlag leek dat alsof ik altijd en tegelijkertijd nooit aan het slapen was. Maar, mijn bed was alomtegenwoordig. Ik ga het niet mooier doen lijken dan het is, vraag maar aan mijn gezin. Het begon stilaan op een depressie te lijken. Ik zag het nut er niet meer van in nog uit mijn bed te komen. Ik was bijna constant moe en kon tegelijkertijd toch niet slapen. Ik had geen honger, maar toch had ik de neiging me vol te proppen met alles wat ik tegenkwam. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik zoiets meemaakte en daar zou ik liever niet nog eens in terecht komen.

Uiteindelijk, heb ik me uit mijn eigen vijver van zelfmedelijden gesleurd door mezelf een doel te geven: ik ga mijn thesis afmaken en een job vinden. En tegen dat mijn kinesitherapie erop zit, kan ik dan eindelijk aan mijn leven beginnen. Ook al heb ik mijn UWP programma niet kunnen afmaken. Ik heb al meerdere keren gelezen en gehoord dat alles gebeurt om een reden. Dus, ik keek er naar uit te ontdekken waar deze situatie heen zou leiden…

Dus, ik begon naarstig te werken en te zoeken. Dat leidde trouwens ook tot de ontdekking van wederom een interessant aspect van ons bureaucratisch ontwikkeld landje. De RVA en de VDAB zijn mijn beste vrienden. Ik kan iedereen aanraden om op een moment van verveling eens te gaan opzoeken hoeveel formulieren je bij de RVA zou kunnen invullen, moest je daar zin in hebben Wauw. Ik was onder de indruk. Echt, geen idee wie dit heeft gecreëerd, maar proficiat. Ofzo.

In elk geval, alles leek goed te gaan. Mijn leven kreeg weer een zekere regelmaat. Totdat hij verscheen… Neen niet diezelfde technicus vanuit dat Mexicaans ziekenhuis, ik probeer ergens nog een beetje realiteit te behouden. Eric, de Producer van Up With People contacteert mij. Ik vond het wel heel sympathiek dat zo’n drukbezette man de tijd nam om me even te zeggen dat het spijtig was wat er gebeurd was. Maar dat was niet de reden van zijn toenadering. Hij vroeg mij of ik wou terugkomen voor een nieuw semester. “Jij bent een goede jongen, je hebt de juiste instelling, je bent heel getalenteerd, ik vind het zo jammer voor je dat je de kans niet hebt gehad je programma te kunnen afmaken, wat zou je zeggen van een nieuwe kans?” Try again.

En jawel, na veel nadenken heb ik besloten om op zijn voorstel in te gaan. En nu. Nu zit ik al in Denver. Mijn tweede semester is reeds begonnen. Ik kan het zelf met moeite geloven, maar ik ben hier en ik heb er zin in. Een nieuwe start, een nieuwe kans, een nieuwe reis, (een nieuw kapsel), een nieuwe levensveranderende ervaring. Ik kijk er zo naar uit! En ik ben er helemaal klaar voor!

Hopelijk zijn jullie dat ook…