dinsdag 27 april 2010

Als jij Filippijnen zegt, denk ik…

Ethan. Het eerste dat spontaan in me opkomt. Alle beelden die tegelijkertijd in mijn hoofd opduiken. Wat een geweldige ervaring het was zo’n kleine jongen in mijn leven te zien en voelen wandelen. We hadden een onvergetelijke tijd samen. Het was dan ook zeer moeilijk om afscheid te nemen. De laatste keer dat ik hem zag, was hij trouwens aan het werken, waardoor er geen kans was om wat tijd met hem door te brengen. Ik heb een laatste beeld in mijn hoofd dat ik graag met jullie zou willen delen.

Woensdagochtend. We komen aan op Smokey Mountain. De kinderen komen met een grote glimlach op ons afgelopen. Ik ben er zeker van dat mijn gezicht straalt als ik al die lieve gezichten zie, maar toch betrap ik er mezelf op dat mijn ogen de ruige menigte scannen op zoek naar Ethan. Geen teken van hem. Ik ga ervan uit dat ik hem niet meer zal zien, dus ik zet me erover en begin duchtig met de andere kinderen te spelen. Plots, uit het niets, staat Djamel, zijn twee jaar oudere broer, naast mij met fonkelende oogjes. Ik neem hem in mijn armen, kijk rond. Niets. Maar ik ben heel gelukkig Djamel te zien en het is fantastisch te voelen dat dat wederzijds is.

Ik begin enthousiast te werken en de kinderen eten te geven terwijl ik af en toe Djamel eens de lucht ingooi. Tijdens het werk hangen er ook constant minstens vijf kinderen rondom mijn nek, middel, armen en benen, wat ondertussen zo’n gewoonte is geworden dat ik zelfs bijna niet meer merk. Het is een vreemder gevoel als er geen kinderen meer zijn. Hoe dan ook, ik ben heel gefocust op de vele wildebrassen, totdat ik plots Djamel mijn naam hoor roepen. Aangezien hij dolenthousiast klinkt, draai ik me om en kijk recht in Ethan’s ogen. Heel even staan we tegenover elkaar, voordat hij op me komt afgelopen en letterlijk op me springt. Ik zwier hem in het rond en we gieren het allebei uit.

We beginnen bijna onmiddellijk al spelend te vechten en we lopen luid lachend in het rond. Ethan, Djamel en ik, de drie ongenoemde musketiers. Maar het geluk duurt niet lang deze keer. Ethan blijft maar op mij springen en rond mijn nek hangen, maar na vijf minuten begint hij een hele uitleg te doen in Tigalik, waar ik niets van versta. Totdat hij wijst naar de andere kant van de straat, waar een jongen van een tiental jaar duidelijk op hem staat te wachten. Ethan geeft me een laatste knuffel, lacht nog eens, draait zich om en loopt weer op de jongen toe.

Ik blijf hem volgen met mijn ogen, niet goed wetend wat er nu komt en daardoor wat nerveus, maar ook gewoon lachend omdat hij om de drie meter omkijkt en me telkens een nog grotere glimlach geeft. Maar de glimlach verdween snel van mijn gezicht, als ik zie dat de andere jongen, ik schat zo’n acht jaar oud, Ethan een vuilniszak overhandigt die groter is dan hijzelf. Ze nemen beiden hun vuilniszak in de ene hand. Ehtan draait zich nog eenmaal om en hij wuift naar mij. Dan pikt hij met zijn andere hand de metalen staaf op die hij gebruikt om afval op te prikken, draait zich om en vertrekt samen met de andere jongen. En dat was het laatste dat ik van hem zag.

Smokey Mountain. Nergens anders op aarde vind je zo’n plaats. Het heeft zonder twijfel mijn leven veranderd. Ik wou dat ik het kon uitleggen, maar dat lijkt nog steeds niet te lukken. Er zijn zoveel dingen tegelijkertijd te verwerken. En mijn focus is nog steeds Ethan. Ik blijf hopen op een mail van het Verenigd Koninkrijk om me te laten weten dat ik hem mag sponsoren.

Peter Pan. Neen, dit heeft voor één keer niets te maken met mijn onvoorwaardelijke liefde voor Disney. Dat is de bijnaam die ik kreeg van de straatkinderen. Van het ogenblik dat ons busje de CI site opreed, kwamen ze van overal toegestormd en schreeuwden ze “Peter Pan! Peter Pan! Peter Pan!” (op z’n Engels uiteraard). Een meer hartverwarmende aankomst kan ik me moeilijk inbeelden.

The Roof Top Gang. Zo hadden we onszelf gedoopt, aangezien we met acht samenwoonden en bijna iedere avond eindigden op ons plat dak. Het is die groep die er elkaar heeft doorgeholpen. Ja, er waren uiteraard heel veel frustraties en iedereen had zijn moeilijk momenten waardoor het regelmatig botste, maar dat maakt de band enkel sterker. En eerlijk gezegd, is het niets vergeleken bij alle mooie en leuke momenten. Ik zal dan ook altijd een speciale band hebben met Caitlin (Wyoming), Anja (Sweden), Toni (Arizona), Candy (Bermuda), Allison (Wisconsin), Laura (Switzerland) en Michael (Belgium).

Manilla. Manilla is een gestoorde stad en het belangrijkste punt in de Filippijnen. Op vrije dagen reden we rond en zagen we andere delen van het land, maar het is niets vergeleken bij de hoofdstad. Het is een wereld op zich, alsof het een land in het land zelf is. Maar dat is het geval met zovele hoofdsteden, denk ik dan. Hier is het gewoon weer die clash tussen de twee werelden die zo duidelijk en prominent aanwezig is. Op het “platteland”, zoals ze zelf spreken over alle wat buiten Manila valt, gaat alles er veel rustiger en meer uitgebalanceerd aan toe.

Mango’s. Hét Filippijnse fruit bij uitstek. Je vindt het overal en in alle mogelijke soorten: gewoon verse mango, gedroogde mango, mangosap, mangoshakes, mangoconfituur, mangoijs,… Overal mango. En het belangrijkste: het is onwaarschijnlijk lekker! Zo sappig en vol smaak, dat had ik nog nooit ergens anders gevonden. Dat is het geval met veel fruit hier, zoals watermeloen bijvoorbeeld, maar de mango is echt fantastisch.

Verkeer. Gestoord. Onverantwoordelijk. Ongeloofwaardig. Er zijn gewoon geen regels. Je wil ergens geraken en dat wil je zo snel mogelijk doen. Dus, zoals één van mijn persoonlijke helden Niccolo Machiavelli ooit zei: “Het doel heiligt de middelen.” In het verkeer zitten zou je eigenlijk kunnen zien als een constante uitbreiding van je bijna-dood-ervaring-curicculum.

Jeepkneys. Zoals ik al had vermeld zijn dit de kleine busjes, waar je gewoon opspringt als je ergens naartoe moet en eigenlijk is dit het meest voorkomende transportmiddel. Het is dan ook vreemd dat je het enkel in dit land vindt. Als je rondkijkt zie je overal taxi’s, trycicles en dan de jeepkneys. Fascinerend en levensgevaarlijk.

Emmerdouche. Eerst vreemd en ietwat ongemakkelijk. Uiteindelijk gewoon heel leuk en grappig. Ik moet wel toegeven dat ik op zo’n moment heel blij was kort haar te hebben.

Toilet. Vaak zonder wc-bril, meestal zonder toiletpapier. Het leert je uitkijken als je een wc-hokje binnenstapt om te zien of er papier is of niet. Verder is het toch ook altijd wel een opluchting als de deur sluit.

Dat waren de eerste tien dingen die in me opkwamen. Er zijn er uiteraard veel meer, maar ik heb geprobeerd deze vraag zo spontaan mogelijk te beantwoorden en dit was dus het resultaat.

Ik wou ook even vermelden dat de shows eigenlijk heel goed gingen, hoewel de omstandigheden niet bepaald ideaal waren. Ons podium stond namelijk op een prachtige plaats, namelijk de binnenplaats van dat grote nieuwe complex dat ze nog volop aan het bouwen zijn. Aangezien het een atrium is en dus eigenlijk openlucht zou zijn, is er een enorm glazen dak over gebouwd, waardoor het natuurlijk licht kan binnenvallen.

Nu, dat zou allemaal heel leuk en mooi zijn en zo, moest de zon hier niet de hele dag schijnen, die uiteraard die ruimte ongevraagd ombouwt tot een gigantische serre. Het aircosysteem was namelijk nog niet geïnstalleerd, waardoor het binnenin echt ondraaglijk was. De zaal werd vol met grote ventilatoren en draagbare aircosystemen geplaatst, maar dat ging niet snel genoeg. Het was uiteindelijk zo erg dat er beslist werd om de matineevoorstelling af te lassen en al die mensen tickets te geven voor één van de drie avondvoorstelling. Tegen ’s avonds werd er in geslaagd de plaats te laten afkoelen, maar dat was echt onmogelijk voor een voorstelling om twee uur in de namiddag.

Hoe dan ook, we hadden nog steeds een goed gevuld programma: drie avonden, die shows. En dat was meer dan genoeg voor mijn lichaam en stem. Mijn stem had het nogal moeilijk zich aan te passen aan de Filippijnen. Enerzijds is er het weer, dan de uitlaatgassen en de onzuivere lucht in het algemeen, het gebrek aan water en dan de airco die – als ze er dan al eens is – helemaal niet goed is voor je stem. Ik denk dat ik niet meer had aangekund dan die drie shows op een rij. Maar ze gingen allemaal zeer goed en het publiek was op het randje van laaiend enthousiast, in al hun Aziatische gereserveerdheid uiteraard.

Wat me weer doet uitkijken naar het uitbundige Mexicaanse publiek en gewoon Mexico op zich, wat plots niet zo veraf meer lijkt. Net als het einde van dit semester. Tijd is zo een fascinerend iets. Je kan het niet kopen, maar je kan het wel spenderen. En ik kan je zeggen: de tijd die ik hier doormaak, is onbetaalbaar. Het zou dan ook te jammer zijn om het te verkwisten, want de tijd die je verliest, krijg je nooit meer terug.

zondag 11 april 2010

Tussen twee werelden

Het leven gaat hier voort aan een hels tempo. Het begint ’s ochtends vroeg in een taxi in het verkeer, waar je dat eigenlijk letterlijk kan nemen. Daarna volgt er een dag CI op Smokey Mountain, een promotiedag met minishows op strategische openbare plaatsen of een interne dag met educatieve workshops. Ieder onderdeel is op zich interessant en verruimend. Gewoon het feit in een totaal andere omgeving te verblijven is een leerervaring op zich.

Het hele leerproces brengt ook zeer veel gevoelens met zich mee. Vreugd, enthousiasme, dankbaarheid, maar ook onmacht, angst, verdriet en vooral heel veel frustratie. Je zou kunnen spreken van een emotionele rollercoaster en aangezien wij met z’n achten samenleven is het heel fascinerend te zien hoe iedereen die blijkbaar anders doormaakt. Sommigen beginnen aan een enthousiaste start alvorens ze aan een onverwachte afdaling beginnen, anderen storten van in het begin de dieperik in om nadien langzaam weer naar boven te kruipen en dan heb je die die blijvend over kop gaan, op en neer, zonder einde. Conclusie: samenleven is moeilijk. Maar goed, dat is dan weer iets waar je uit kan leren.

Ieder overwint ook zijn eigen angsten en frustraties. Zo zijn er bijvoorbeeld die nog steeds schreeuwen in de taxi of zelfs hun ogen gesloten houden, terwijl ik gewoon denk “Dat was op het nippertje”. Ik hou ervan naar Smokey Mountain te gaan en vind het nu reeds jammer dat er nog maar drie dagen overblijven. Er is zo’n sterke connectie ontstaan tussen die plaats en vooral de mensen die er leven. Een heel speciale band heb ik met Ethan, een jongetje van vier jaar oud. Hij en zijn broer Jarmel, zes jaar oud, zijn twee weesjes die enkel nog hun grootvader hebben. Ze lopen een hele dag rond tussen het afval en het maakt niemand iets uit wat er met hen gebeurd.

Cailtin en ik ontdekten ze voor de eerste keer toen ze naar ons stonden te kijken terwijl we andere kinderen eten gaven. Cailtin stapte op hen toe om te vragen of ze honger hadden en toen ze na heftig geknik een bord wou gaan halen in de keuken kreeg ze te horen dat we hen niets mochten geven. Blijkbaar zitten zij niet in het systeem en is het eten enkel voor de kinderen die wel zijn ingeschreven. Het deed pijn te zien hoe zij hongerig stonden te kijken naar alle kinderen die aan het eten waren. Ik ben ook pas de achtste dag te weten gekomen wat hun leeftijd was, want volgens ons zagen ze eruit alsof ze beiden drie jaar oud waren. We zijn er in geslaagd om er die dag en de volgende dagen voor te zorgen dat zij toch eten kregen. Als alle kinderen die in het programma zitten zijn komen eten, blijven er meestal nog een paar borden over en daarvan kregen we de toestemming aan hen te geven.

Nu, PCF heeft een programma dat gelijklopend is met Plan en zovele andere organisaties. Je kan een kindje sponsoren en dan zorgen zij ervoor dat het kind een kans krijgt op een betere toekomst. In het geval van PCF houdt dat in dat je voor een som van driehonderd euro per jaar “ouder” wordt van dat kindje. Wat je kind dan krijgt is het volgende: zeven uur school per dag, transport van en naar school, schoolboeken en andere benodigdheden, een schooluniform, schoenen, excursies, twee warme maaltijden per dag, een wekelijks voedselpakket voor de familie van het kind en een dagelijkse vitaminepil. Verder is het in de prijs ook inbegrepen dat je kindje gratis medische bijstand en medicatie krijgt wanneer nodig, alsook dat de hele familie ontwormd wordt en preventieve medicatie krijgt zodat je zeker weet dat je kind in een veilige(re) en gezonde(re) omgeving verblijft. Ten slotte, houdt het ook de kosten in voor een sociaal werker die regelmatig huisbezoeken doet en het kind en de familie uitleg geeft over de opties voor de toekomst van het kind.

Caitlin en ik hebben besloten ouders te worden van Jarmel en Etan. We hopen dat zij zo beide een kans hebben op een andere toekomst. Het probleem echter is dat zij niet zijn opgenomen in het systeem, omdat hun ouders ze nooit hebben ingeschreven, waardoor het lijkt dat die kinderen niet bestaan. De prijs voor een geboortecertificaat zien vele ouders namelijk als een overbodige en onnodige kost. Daarom worden er nu gesprekken gevoerd met de grootvader van Jarmel en Ethan, in de hoop dat die hen willen laten opnemen in het programma. Zonder zijn goedkeuring is dat namelijk niet mogelijk. Maar het probleem is dat zij op dit moment van nut zijn voor de grootvader aangezien zij hem helpen bij het sorteren van afval. Op dit moment is alles dus zeer onzeker, maar ik blijf hopen op een goede afloop…

Buiten het voedingsprogramma wordt er nog steeds duchtig geschilderd. De nieuwe school ziet er zeer goed uit en het is super te weten dat ze uiteindelijk duizend kinderen van op Smokey Mountain zal huizen. Zoals ik al had vermeld was er voor ons gepland dat we de eerste en tweede verdieping van de drie verdiepen hoge school zouden schilderen. Maar we zijn allen zo gemotiveerd en werken zo hard dat we uiteindelijk ook de derde verdieping reeds hebben gedaan, wat dus de laatste is. PCF is zeer tevreden zo’n sterke werkkrachten te hebben en wij zijn zeer blij hun verwachtingen te kunnen overstijgen.

Tijdens één van onze werkdagen gebeurde er plots iets afschuwelijk. We zagen één van de “huisjes” in de sloppenwijk verderop vuur vatten. Iedereen schrok en ik vreesde wat inderdaad zou gebeuren. Voor we het goed en wel beseften stonden plots tien woningen in brand en het vuur bleef zich verder verspreiden. Het duurde meer dan een half uur voordat de brandweer verscheen en op dat moment waren een heleboel huizen al herleid tot een zwart geraamte. Overal liepen mensen schreeuwend in en uit hun brandende huizen om te redden wat er te redden viel. Een uur nadat de brandweet was aangekomen was alles voorbij en we zagen hoe er van zovele huizen niets meer overbleef en er overal mensen zaten te wenen op hoopjes meubels en kleren. Die mensen waren alles kwijt. Alles. En dat was de tweede keer dat zoiets was gebeurd in een week tijd. Het was nu gewoon zo dichtbij dat we de hitte zelfs op ons gezicht konden voelen. Een schokkend en triest moment.

Buiten de dagen op Smokey Mountain zijn er dus ook de promotionele dagen waarop we minishows doen van zo’n vijftig minuten lang. Ik denk we er ondertussen negen hebben gedaan en de volgende stap is de drie dagen waarin we vier grote, volledige shows hebben van twee uur lang. De plaats waar we die shows gaan houden is nu nog onder constructie. Het is namelijk een enorm hotel met ingebouwd winkelcentrum en casino. Ik kan me inbeelden dat het vreemd klinkt om me zoveel over winkelcentra te horen praten, maar dat is hier een zeer belangrijk onderdeel van het leven. Of toch ten minste voor vijftien percent van de bevolking.

Van de tien grootste winkelcentra in de wereld vind je er namelijk drie in Manilla. Het grootste is de Mall of Asia, waar wij hebben opgetreden. Ik dacht dat de Mall of America gestoord was, maar het is echt niets vergeleken bij dit. En hoewel ik het een walgelijke wereld en idee vind, moet ik toch toegeven dat het ergens iets ongelooflijks is dat ik heb opgetreden in de Mall of Asia. Het aantal mensen dat je daar vind, is ook gewoon belachelijk. Ik heb nog nooit zoveel mensen tezamen in een winkelcentrum gezien.

Ik hier ook een nieuw fenomeen ontwikkeld, wat volgens de medische verantwoordelijke van onze Cast wordt omschreven als een paniekaanval. De eerste keer dat we in zo’n plaats waren kreeg ik plots precies geen adem meer. Het enige wat ik zag waren mensen, overal mensen en het geluid was oorverdovend. Alsof er een voetbalmatch bezig was en mensen hun team aan het toejuichen waren. Het was gestoord. Opeens kwam het gevoel alsof ik werd platgedrukt en ik begon te beven en kreeg geen lucht meer. Daardoor werd ik plots draaierig en even leek het alsof ik zou flauwvallen. Dat is sinds dan nog een paar keer gebeurd, maar toen wist ik ten minste wat het was en ze hebben mij ene paar dingen uitgelegd die ik op zo’n moment moet doen, wat echt helpt. Maar ik ben blijkbaar ook niet de enige met dat probleem. Het is gewoon zo overdonderend voor ons allemaal. Maar goed, dat is dan weer een ervaring extra, denk ik dan.

De shows zelf gingen allemaal zeer goed. Het Aziatisch publiek is zeer vriendelijk en gereserveerd enthousiast. Je kan aan de gezichten zien dat ze van de show genieten en ze beginnen ook meerdere malen applaus te geven, soms zelf in het midden van een nummer. Maar je ziet ze nooit opspringen of schreeuwen of beginnen dansen. Dat is het grote verschil met Mexico, waar iedere show een feest losbarst. Maar dit is nu eenmaal een deel van de cultuur en het is zeer interessant om voor zo’n diverse soorten publiek te kunnen staan.

Qua inhoud vind ik de show ook beter dan vorige tour. De productie zit veel strakker en beter, waardoor de show een betere dynamiek heeft. Voor mij is het ook een grote eer om zoveel solo’s te mogen hebben. Ik heb op dit moment reeds iedere mannelijke solo in de show gezongen en doordat we roteren krijg ik telkens iets anders te doen, waardoor het interessant blijft voor mij. Tot nu toe heb ik wel telkens de show geopend, wat ik heel erg apprecieer aangezien ze die persoon heel veel verantwoordelijkheid geven. Alles begint met één stem en de band. Daarmee staat of valt alles. Een enorme eer om dat te mogen doen. Verder ben ik ook net als vorig jaar nog steeds Loveboy in onze tien minuten durende Love Medley, wat een zeer leuke rol is om te spelen, zingen en dansen.

Maar op dit moment betekent de show minder voor mij. Ik geef veel meer om de CI die we doen of de educatieve sessies die we hebben. Hoe dan ook, het is een deel van het programma en voor mij opnieuw het besef en het bewijs dat dit echt de ideale combinatie is voor mij. Ik heb altijd willen mensen helpen, reizen, mijn hele leven leren en op een podium staan. En hier kan ik dat allemaal tegelijkertijd doen. Het is een fantastische tijd. Ik ben ook zo druk bezig dat het soms lijkt alsof er niets anders meer is buiten dit.

Ik ben mijn ouders heel erg dankbaar voor alles wat ik van hen heb geleerd. Dat besef ik nu meer dan ooit. Zij maakten me sterk en zelfstandig waardoor ik dit nu kan doen. Ik heb hen niet nodig om dingen voor mij te doen of om me goed te doen voelen. Dat kan ik zelf. Ik mis hen ook niet, in tegenstelling tot zovele mensen hier die hun ouders wel missen. En dat is niets negatiefs. Ik denk aan hen, met een glimlach op mijn gezicht, omdat er nu eenmaal dingen zijn die me aan hen doen denken. Maar ik heb niet het gevoel van gemis of eenzaamheid of het gevoel dat ik nu bij hen zou willen zijn. Neen, ik ben nu waar ik moet zijn. Het is exact deze plaats. En ik ben zo blij dat ik geweldige ouders heb die me de kans hebben gegeven dit te kunnen doen. Als jullie dit lezen: dankjewel moeke, dankjewel pappie, voor al jullie steun en liefde, dankjewel.

En niet enkel mijn ouders. Dankjewel ook aan mijn broer en zusjes, mijn grootouders en de rest van mijn familie. Iedereen die er altijd voor me was en me dit gunt, dankjewel. Ook mijn beste vrienden. Ik wou dat jullie dit ook konden meemaken en ik kijk er naar uit thuis te komen en zoveel met jullie te kunnen delen. Bedankt ook iedereen voor alle lieve mails en sorry dat ik niet altijd de tijd vind om te antwoorden. Tot slotte wou ik alle mensen bedanken die een dag hebben gekocht en op dit moment in het bijzonder alle mensen die een dag hebben gekocht dat ik in de Filippijnen zit. Ik stel iedereen voor om eens te gaan kijken op mijn kalender (dat doe je door op de link ‘Koop de Dag’ te klikken) waar je zal zien dat iedere dag van deze vijf weken volledig is uitverkocht. Het is fantastisch. Dankjewel iedereen voor jullie hulp en steun.

De situatie waarin ik me bevind doet me ook beseffen wat een geweldige groep mensen er thuis op me zitten te wachten. Ik zit namelijk nog steeds met de ongemakkelijke Host Family situatie. De enige manier waarop ik het kan beschrijven is dat het lijkt alsof ik tussen twee werelden zit. Een niet bepaald aangenaam gevoel.

Enerzijds heb ik de wereld waar ik grotendeels in leef. Overdag werken op de grootste afvalberg van de wereld en ’s avonds bezweet en vol verf thuiskomen in ons klein appartementje waar we met ons achten verblijven. Geen werkende douche, een slaapkamer met een airco systeem dat het constant begeeft waardoor het zelf ’s nachts vijfendertig graden is en een bed dat specialist is in het bezorgen van nek-, schouder en rugpijn. Verder is het vuil en hebben we een uitgebreide collectie huisdieren, zijnde kakkerlakken, muizen en ratten. Maar het belangrijkste is dat we elkaar hebben.

Anderzijds is er die andere wereld. Onze Host Dad komt ons, meestal onaangekondigd, ophalen voor een avondje “plezier”. Hij neemt ons mee naar zijn Rotary Club of één of andere vereniging waar hij deel van uitmaakt en vraagt ons dan om daar een soort minipresentatie te geven van wat wij zijn of doen. Op zo’n momenten lijkt het alsof we worden geshowd als zijn nieuwe exotische huisdieren. Of hij neemt ons mee naar een belachelijk chic restaurant. En dat terwijl we thuis alles zelf moeten betalen: wc-papier, drank, eten, handdoeken,… Ik zou liever wat basisdingen krijgen, dingen die we nodig hebben, in plaats van al die onnodige luxe. Tijdens Pasen had hij bijvoorbeeld beslist dat we naar zijn vakantiehuisje zouden gaan aan zee. Er is uiteraard heel veel zee, aangezien de Filippijnen eilanden zijn, maar er was één bepaald strand waar hij een huisje had en dat hier bekend is als het mooiste strand.

Dus de vrijdag van het paasweekend vertrokken we met een soort minibus die hij gehuurd had op weg naar een tweedaagse aan zee. We reden zo’n vijf uur en kwamen aan op onze bestemming. Een vakantiehuisje dat vier keer zo groot is als mijn huis thuis, met een aanpalend ander huis waar de chauffeur, de kok en de meiden zouden verblijven. Onze Host Dad had ook een andere familie uitgenodigd, die ook een Host Family waren, namelijk voor Kimia (Maryland), Yukari (Japan) en Margaux (Belgium). We waren in totaal met zo’n veertigtal mensen, die dus allemaal een bed hadden in dat enorme huis met vier verdiepingen.

Aan het huis was ook een soort garage waarin twee speedboten, twee jetski’s, een bananenboot, een pedalo, kajaks en nog allerlei ander “speeltuig” stond. Die garage gaf uit op de “tuin”, wat eigenlijk een privéstrand was, dat op zich uitgaf op een prachtige baai vol helder water. Het leek de ideale plaats voor een droomvakantie. Alleen, stond op dat moment mijn hoofd er niet echt naar. Het was zo verwarrend. Het was helemaal niet wat ik wou of waarom ik hier gekomen was. Maar in plaats van tegen te werken en iedereen zijn geluk te verbrodden, heb ik mijn best gedaan om rustig mee te doen. Ik heb ook vooral de tijd genomen voor mezelf, om gewoon wat in de zon te liggen en te lezen en schrijven, zodat ik al die gevoelens en gedachten kon ordenen in mijn hoofd.

Al bij al was het een ontspannende tweedaagse, maar ik was vreemd genoeg zeer blij terug in ons kleine appartementje binnen te stappen. Het voelde aan alsof we thuis waren. Ook al hebben we hier niets van de luxe die daar wel was. Het voelt gewoon juister aan nu. Hoe dan ook, ik denk dat het wel duidelijk is dat het een eerder ongewone situatie is, waarin ik me bevind. Maar, wederom, het is iets waaruit ik kan leren. Alles gebeurt om een bepaalde reden. Dus als ik hier ben, dan wil dat zeggen dat ik hier moest zijn.

We kregen een ander citaat mee vorige week, die ging als volgt: “Als het je niet aanstaat, verander het dan. Als je het niet kan veranderen, verander je houding dan.” Dat was een zeer bruikbaar citaat hier, maar ook gewoon overal en in alles wat ik doe.

Up With People is echt een levensveranderende ervaring. Ik kan niet wachten om te zien wat er nog volgt en tegelijkertijd besef ik dat het eigenlijk al bijna over is. De tijd gaat zo snel. Binnen een week zit de Filippijnen erop. Dan zitten we twee weken en een half in de Verenigde Staten om nadien voor vijf weken México in te trekken. Er zijn inderdaad nog maar zo’n twee maand over. Het is ongelooflijk. In alle mogelijke betekenissen van het woord.